gemeente Breda RAADSVOORSTEL Registratie nr Dienst/afdeling Bij lage 1992 86 937901497 OW/VHV 5 BETREFT DE ORGANISATIE VAN WOONCONSUMENTEN IN BREDA INLEIDING De gemeente Breda voert vanaf eind 1986 een min of meer actief beleid ten aanzien van de organisatie van woonconsumenten. Directe aanleiding hiervoor was het feit dat de rijksoverheid vanaf begin 1986 voor de organisatie van woonconsumenten financiële middelen ter beschikking stelde aan de gemeen ten. Achtergrond van deze subsidiestroom was de opvatting van de rijksover heid dat de positie van huurders, eigenaar-bewoners en woningzoekenden (samengevat onder de toen geïntroduceerde term woonconsumenten) in de volkshuisvesting versterkt diende te worden. De gemeente heeft de noodzaak van een versterking van de positie van woonconsumenten beleidsmatig onderschreven en vertaald in een aantal maatregelen in de notitie "Woonconsumentenbeleid subsidieverordening woonconsumenten" van september 1987. Eind 1987 leidde dit tot: 1. de instelling van een subsidieverordening woonconsumenten en een daarbij behorend fonds; 2. het financiëel en inhoudelijk ondersteunen van het tot stand komen van een stedelijke organisatie van woonconsumenten. Op het fonds woonconsumenten kon door individuele woonconsumentenorganisa ties een beroep worden gedaan, waar het ging om het bestrijden van kosten die zij maakten in het kader van de behartiging van de belangen van woonconsumenten. Jaarlijks is daar vanaf 1988 door tientallen woonconsumen tenorganisaties gebruik van gemaakt. Het financiëel en inhoudelijk ondersteunen van het tot stand komen van een stedelijke organisatie van woonconsumenten heeft geleid tot de oprichting van het Samenwerkingsverband van Bredase Huurdersorganisatie (SBH). In 1988 en 19-89 is door de gemeente aan het SBH subsidie toegekend ten behoeve van een activiteitenprogramma. Vanaf 1990 is door de gemeente daarnaast ook subsidie aan het SBH toegekend ter bekostiging van parttime professionele ondersteuning van de organisatie. Zowel de kosten van de subsidieverordening als de subsidies aan het SBH zijn volledig gefinancierd uit de middelen die hiervoor van rijkswege aan de gemeente ter beschikking werden gesteld. Om de volgende redenen echter was het na verloop van enkele jaren noodzake lijk om de organisatie van woonconsumenten in Breda en de rol van de gemeente daarbij te herbezien: 1. Gewijzigde en zich nog steeds wijzigende verhoudingen binnen de volks huisvesting. Door de decentralisatie worden steeds meer beslissingen in de volkshuisves ting op lokaal niveau worden genomen. Daarnaast worden door de liberalisa tie steeds meer beslissingen overgelaten aan de partijen binnen de volks huisvesting. Waar beheer daarbij bovendien een steeds belangrijker plaats inneemt kan inbreng van woonconsumenten niet worden gemist. De noodzaak van inbreng van woonconsumenten is door de gemeente beleidsmatig onderkend in zowel de Nota "Volkshuisvesting in de jaren negentig", als in de nadere concretisering hiervan in de notitie "Uitwerking Nota Volkshuisvesting, een nadere aanscherping op basis van gewijzigde marktverhoudingen". Om onder de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 438