- 3 - RAADSVOORSTEL vervolg /g8 geven bestemming uitwijst dat een verdergaande sanering (<A-waarde) niet nodig is; - Verkoop van bodem dient onder dezelfde condities plaats te vinden. Ontwikkeling van bestemmingsplannen in relatie tot goedkeuring door provincie/ bodemsanering bij stadsvemieuwingsactiviteiten - saneren van licht tot matig verontreinigde locaties in een schoon gebied tot de A-waarde. Motto: Wat schoon is moet schoon blijven!"; - terugsaneren van licht tot matig verontreinigde locatie in een grijs gebied tot de achtergrondconcentratie (meestal A<C-waarde)tenzij risico evaluatie uitwijst dat verder terugsaneren A-waarde) nodig is. Uitvoering van bodemvoorschriften Hinderwet Bij geconstateerde bodemverontreiniging deze voorschriften als volgt handhaven - saneren van licht tot matig verontreinigde locaties in een schoon gebied tot de A-waarde. Motto: "Wat schoon is moet schoon blijven!"; - terugsaneren van een licht tot matig verontreinigde locatie in een grijs gebied tot de achtergrondconcentratie (meestal A<C-waarde)tenzij risicoe valuatie uitwijst dat verder terugsaneren (tot de A-waarde) nodig is. Grondafvoer civiele projecten - geen gebruik van licht tot matig verontreinigde grond in een schoon gebied; - gebruik van licht tot matig verontreinigde grond in grijs gebied, tenzij risico-evaluatie uitwijst dat met het oog op aan de locatie gegeven bestemming dat niet mogelijk is. Dan afvoer naar stortplaacs Zevenbergen of grondreiniger; - efficiƫnte realisering hiervan is slechts mogelijk bij het creƫren van een grijze gronddepot. Hierover zal binnenkort een voorstel worden gedaan. 1.3. Juridische consequenties Het voorgestelde bodembeleid voor verontreinigingen tussen de A- en C- waarde leidt niet tot aansprakelijkstelling van de gemeente Breda. Het impliceert een functie-bestemmingsgericht bodembeleid. Bij toepassing van dit bodembeleid is een onroerend goed geschikt voor de daarop beoogde bestemming. Bij gemeentelijke gronduitgifte is hiermee voldaan aan de in het Burgerlijk Wetboek op de verkoper rustende verplichting (artikel 7: Boek 17 B.W.) dat een onroerend goed aan de hieraan gegeven bestemming moet beantwoorden. Ijkpunt is het tijdstip van levering (van verkoop/eigendomsoverdracht) van een onroerend goed. Dit betekent dat de gemeente bij eventuele toekomstige wijziging van inzicht in de bodemkwaliteitsnormen niet aansprakelijk kan worden gesteld indien het onroerend goed achteraf niet meer geschikt blijkt te zijn voor de overeengekomen en inmiddels gerealiseerde bestemming. De gemeente treft geen verwijt. Het risico ligt dan bij de koper. Bij indirecte betrokkenheid van de gemeente Breda als bijv. bouwvergun ningverlener kan deze bepaling analoog worden toegepast. Hiermee is aansprakelijkheid als derde-betrokkene tevens uitgesloten. CONSEQUENTIES

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 549