- 2 -
RAADSVOORSTEL s vervolg 103
later echter, toen er voor de warenhuizen nieuwe bedrijfs-, markt- c.q.
verkoopformules gevonden waren, bleken die weer beter te lopen en ontvingen
wij van MAB en V D bericht dat zij bereid waren over planontwikkeling
en -realisatie te spreken.
De gesprekken, die daarop volgden, hebben geleid tot een ontwikkelingsvoor-
stel* en een samenwerkingsovereenkomst. In de samenwerkingsovereenkomst is
vastgelegd dat MAB en V D met de gemeente een ontwikkelingstrajekt zullen
volgen, dat van voorlopig ontwerpen van het winkelkomplex en het woonkom-
plex leidt naar definitieve ontwerpen, die ons college, indien voldaan
wordt aan de overeengekomen randvoorwaarden, zal goedkeuren. Na onze
goedkeuring kan een bouwaanvraag worden ingediend. Vorenomschreven projekt-
ontwikkeling geschiedt volledig onder de verantwoordelijkheid en voor
rekening en risiko van MAB en V Si D.
Vervolgens zijn bepalingen opgenomen die onze gemeente verplichten tot
publiekrechtelijke inspanningen ter verkrijging van een rechtsgrond, opdat
een bouwvergunning kan worden verleend en om die bouwvergunning door
weerlegging van bezwaar- en/of beroepschriften, danwel andere rechtsmaatre
gelen van derden onherroepelijk c.q. onaantastbaar te maken c.q. te doen
zijn.
Voorts is geregeld, dat wij, indien de bouwvergunning is verleend en indien
vast is komen te staan, dat het beoogde projekt gerealiseerd wordt, het
bibliotheekgebouw c.a. aan de Karrestraat en het schoolgebouw c.a. aan de
Nieuwstraat aan MAB zullen verkopen tegen de overeengekomen prijzen en
voorwaarden. Conform uw eerdere besluiten wordt de opbrengst van het
bibliotheekgebouw aangewend voor de nieuwbouw van de centrale bibliotheek
op de hoek Oude Vest en Molenstraat. Voor de aan- en verkoop van het
schoolgebouw aan de Nieuwstraat is een kostenraming gemaakt. Daaruit blijkt
dat een nadeel moet worden verwacht. Voorgesteld wordt dat nadeel ten laste
te brengen van het fonds stadsvernieuwing, herijking 1993.
Verder wijzen wij u met nadruk op de bijzondere bepalingen in de overeen
komst die onder meer betrekking hebben op: de kwaliteit van het winkelaan
bod, de selektie van winkeliers, de aanpassing van de huidige gevels van de
V D verstiging, een fietsenstalling in het winkelkomplex, aanpassing van
de infrastruktuureen eventuele uitbreiding van de Tolbruggarage en het
archeologisch onderzoek. Tot slot merken wij nog op, dat de overeenkomst in
geval van wanprestatie, surséance van betaling, faillisement en het niet
verkrijgen van een onaantastbare bouwvergunning, wordt beëindigd.
Funktionele aspekten.
Voor wat de funktionele aspekten van het winkelprojekt betreft, is de
besluitvorming over het struktuurplan binnenstad 1992-1997 uitgangspunt
geweest. In het daaraan ten grondslag liggende distributie-planolog
onderzoek (d.p.o.) is vastgesteld, dat het kernwinkelapparaat in kwantita
tief opzicht op korte termijn een uitbreiding behoeft van ca. 15.000 m2
b.v.o. Uitgaande van een "trendmatige" groei van ca. 2.000 m2, vooral door
verbouwingen van bestaande winkels, is vastgesteld dat de resterende
uitbreidingscapaciteit van ca. 13.000 m2 b.v.o. gerealiseerd dient te
worden op één lokatie in het hart van het kernwinkelapparaat. Gekozen is
voor de onderhavige lokatie omdat daarmee een goede aanhaking op de
bestaande winkelstruktuur is gewaarborgd en tevens optimaal kan worden
bijgedragen aan de noodzakelijke verbetering van de winkelcircuits. Boven
dien kan middels deze lokatie de al jaren plaatsvindende ontwikkelingen in