- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg 13
kunnen worden met een louter administratieve behandeling van aanvragen
voor voorzieningen.
Bij de goedkoopst nog toereikende oplossing wordt een relatie gelegd met
het woningwet niveau. Zo zou bij (extreem) grote woningen die ver
uitstijgen boven het woningwet niveau een begane grond oplossing veel
goedkoper kunnen zijn dan een oplossing met een traplift e.d. Voorwaarde
is dan wel dat het woningwet niveau qua minimale afmetingen van kamers
(Bouwbesluit) bepalend is.
Tevens dienen de kosten van de aanpassingen in redelijke verhouding te
staan tot het te verkrijgen resultaat.
3Budgettering
Vanaf 1992 hebben de gemeenten de beschikking over een budget. Dit
budget is opgebouwd uit 20% van de van rijkswege geraamde verplich
tingenbegroting voor:
- de kosten van woningaanpassing verminderd met een eigen bijdrage van
fl. 500,en de verhuis- en inrichtingskosten inclusief de kosten van
advisering;
- de kosten van onderhoud, keuring en reparatie;
- de kosten van huurderving;
- de kosten van tijdelijke huisvesting.
Met dit budget moet 20% van genoemde kostenposten door de gemeente
worden gedekt. De resterende 80% wordt, per aangegane verplichting en de
daarop volgende declaratie, door het rijk als bijdrage ineens beschik
baar gesteld.
Indien een aanvraag om een bijdrage ineens leidt tot overschrijding van
het door het rijk toegekende budget, wijzen burgemeester en wethouders
de aanvraag af.
4. Het innen van de fl. 500.
Indien het een aanpassing betreft brengen burgemeester en wethouders,
alvorens tot de verstrekking van een bijdrage ineens over te gaan, op de
kosten van de aanpassing een bedrag van fl. 500,in mindering. Ook bij
de verhuis- en inrichtingskostenvergoeding is dat het geval.
De eigen bijdrage moet altijd worden opgebracht door de belanghebbende
zelf en niet door de gemeente en/of de verhuurder.
Soms treedt echter de verhuurder op als vertegenwoordiger van de
belanghebbende. De verhuurder ontvangt dan de bijdrage rechtstreeks van
de gemeente (minus fl. 500,eigen bijdrage indien van toepassing). De
verhuurder zal de eigen bijdrage in zo'n geval dus moeten verhalen op de
belanghebbende
De vermindering van fl. 500,wordt niet toegepast in geval:
a. het een aanvraag betreft die leidt tot realisatie van zowel een
aanpassing als een verhuizing en inrichting (in dat geval wordt
slechts één maal een vermindering in rekening gebracht);
b. het een vervanging van een aanpassing betreft en in verband met deze
aanpassing reeds eerder een bijdrage van fl. 500,is betaald;
c. die vermindering reeds eerder is toegepast in verband met een
aanpassing, die ten behoeve van de belanghebbende aan dezelfde woon
ruimte is verricht, doch slechts indien uit het advies blijkt, dat de
latere aanpassing verband houdt met een progressief ziektebeeld, dat
tot de eerdere aanpassing aanleiding gaf.