RAADSVOORSTEL vervolg 113 (betaalde) arbeid. Juist dat laatste aspect is voor deze groep tot nu toe een onbereikbaar doel gebleken; de werkloosheid onder Marokkaanse jongeren is enkele malen hoger dan onder Nederlandse jongeren. De deelname van Marokkaanse jongeren aan scholingsprogramma's, leerwerk- of werkervarings trajecten of reguliere bemiddelingsactiviteiten van het arbeidsbureau blijkt opvallend laag te zijn. Voortijdige uitval is daarentegen hoog. Het moeizaam kunnen bereiken van deze jongeren teneinde over toeleidings- trajecten überhaupt afspraken te kunnen maken, blijkt daarbij tenslotte een belangrijk en verontrustend knelpunt te zijn. 2. Toeleiding naar arbeid 2.1 Probleemstelling Voor de constatering dat een groot aantal Marokkaanse jongeren door verschillende organisaties niet wordt bereikt c.q. niet succesvol naar arbeid wordt toegeleid, zijn twee belangrijke oorzaken te noemen. Op de eerste plaats blijken Marokkaanse jongeren - meer dan andere alloch tone groepen - te kampen met een combinatie van achterstandskenmerken die succesvolle toetreding tot de arbeidsmarkt belemmert. Politie en justitie in Breda wijzen op het reële gevaar van marginalisering van deze groep als gevolg van de cumulatie van problemen. Op de tweede plaats ontbreken bij verschillende betrokken organisaties op dit moment de personele capaciteit en de middelen om de groep jongeren de intensieve individuele begeleiding te kunnen bieden, waarmee planmatig een traject naar arbeid kan worden afgewerkt. Het gemis van een medewerker van Marokkaanse afkomst die in de gelegenheid wordt gesteld deze taak op zich te nemen, draagt bovendien bij aan het slechts moeizaam kunnen bereiken van deze jongeren. Door de afdeling Arbeidszaken is in nauw overleg met de Marokkaanse Jongerenvereniging en met organisaties op het gebied van hulpverlening, onderwijs en arbeid een plan ontwikkeld om Marokkaanse jongeren naar arbeidsplaatsen in kansrijke sectoren (metaal- en electrotechniek) toe te leiden. Het initiatief richt zich op die jongeren, die tot nu toe niet met succes via de geëigende kanalen konden worden bereikt. 2.2 Werkwijze project Er zijn twee pijlers die de basis voor het project vormen waarmee de toeleiding van moeilijk bereikbare Marokkaanse "risico"jongeren naar een arbeidsplaats mogelijk moet worden gemaakt. Op de eerste plaats zal voor de duur van het project (gedurende 20 uur per week) een Marokkaanse projectleider de individuele begeleiding van de jongeren verzorgen. Bekendheid met de cultuur en "vindplaatsen" van de jongeren én vertrouwen bij de doelgroep zijn namelijk belangrijke succes factoren. Deze projectleider wordt (rechtspositioneel) toegevoegd aan een bestaande organisatie, die onderdelen van het toeleidingstraject uitvoert, namelijk de stichting Leerwerkplaatsen. Bovendien worden met een aantal toeleidende organisaties specifieke afspraken gemaakt over het benaderen van de doelgroep. Op de tweede plaats worden jongeren via een planmatig traject geactiveerd en voorbereid op betaalde arbeid. In hoofdstuk 5 van het projectplan wordt dit traject uitvoerig beschreven. Daarbij wordt gebruik gemaakt van bestaande programma's en organisaties. In de begroting bij het projectplan wordt zichtbaar gemaakt welke reguliere middelen hiermee gemoeid zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 632