- 3 -
RAADSVOORSTEL vervolg /118
kan nu zowel aan de problematiek van de jongeren gewerkt worden als aan de
bestrijding van de ervaren overlast.
In de notitie zijn een aantal aanbevelingen gedaan, gericht op de drie
categoriën. Dus een individuele aanpak, een groepsgewijze aanpak en de
samenhang daartussen.
Bovendien is er gekeken naar de organisatorische en capacitaire randvoor
waarden.
Het resultaat tot nu toe
Er is inmiddels een samenwerkingsverband ontstaan tussen Vertizontaal
Straathoekwerk, JAC en de beide stichtingen Jeugd en Gezin.
Bij de afsluiting van het JOL-projekt (eind 1992) zijn de volgende afspra
ken tussen de instellingen gemaakt:
De stichtingen Jeugd en Gezin en het JAC zetten gezamenlijk 1 formatie
plaats in voor vindplaatsgericht werken met probleemjongeren. Over de inzet
van Vertizontaal en Straathoekwerk worden momenteel plannen opgesteld door
de jongerenwerkers van beide instellingen in overleg met het JAC. De inzet
van Vertizontaal zal per wijkprojekt 'gelabeld' worden. Het aantal uren
inzet van zowel vertizontaal als Straathoekwerk zal per projekt verschil
len.
Mede omdat de Provincie voor 1993 f 60.000,- beschikbaar heeft gesteld voor
voortzetting van de JOL-aanpak (combinatie van vindplaatsgerichte individu
ele hulpverlening en inkadering in het bestaande groepswerk) in Breda heeft
het samenwerkingsverband het volgende afgesproken:
- f 20.000,-te gebruiken om nog een half jaar in Geeren-Noord te werken.
- f20.000,- via Jeugd en Gezin (12 uur beroepskracht) in te zetten voor de
jongere jeugd (tieners).
- 28 uur van de formatie van Jeugd en Gezin in te zetten voor het scholen-
projekt OVG en het projekt voortgezet onderwijs (Tessanderland/Van Cooth)
- 25 uur uit de formatie van het JAC, aangevuld met uren die met f 20.000,-
provinciale subsidie betaald worden voor de vindplaatsgerichte aanpak.
Overige voorstellen
Een aantal van de aanbevelingen vallen buiten de competentie van de
gemeentelijke overheid. De drempel van 18 jaar voor de jeugdhulpverlening
en het beleid van justitie en reclassering zal met name binnen die organi
saties zelf opgepakt moeten worden.
In de gevraagde ambtelijke coördinatie zal worden voorzien. Bij de behande
ling van de Jeugd- en Jongerennota is reeds aangegeven dat de dienst SAW
i.o. hierin zal voorzien.
In grote lijnen blijven er dan nog drie zaken over, n.l.:
1. Onderzoek naar het bestaande aanbod voor groepen jongeren en het
aanleveren van suggesties voor innovatie van dat aanbod.
2. Het realiseren van groepsgerichte activiteiten voor straatgroepen en
zorgen voor aansluiting op het bestaande aanbod en op de individuele
hulpverlening, nadat de groepen gesignaleerd en in kaart gebracht zijn.
3. Het voorzien in ruimte waar de activiteiten plaatsvinden.
