- 2 - RAADSVOORSTEL vervolg 136 snel en adekwaat kan worden gereageerd op ontwikkelingen zowel aan de vraagzijde als aan de aanbodzijde van de arbeidsdmarkt 2. die organisatie moet aan de volgende eisen voldoen: a. programmatisch en qua niveau moet aangesloten worden op het voorzienin genaanbod van het Centrum Vakopleiding (van Arbeidsvoorziening) b. programmatisch en qua niveau moet aangesloten worden op het voorzienin genaanbod van het reguliere beroepsonderwijs. c. voor personen voor wie doorstroming naar het Centrum Vakopleiding of het reguliere beroepsonderwijs niet haalbaar is moeten programma's worden aangeboden die kwalificeren voor directe arbeidsbemiddeling naar laagge schoolde/ongeschoolde arbeid. d. motivering en activering (die kenmerkend zijn voor de leerwerkaanpak moeten essentiële elementen vormen van de methodische aanpak. 3. er dient een centrale intake te zijn waarin de deskundigheid aanwezig om te beoordelen welke het voor de individuele persoon meest geëigende programma is. Deze intake moet in de toekomst uitgebouwd worden tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Arbeidsvoorziening en betrokken gemeenten. 4. er dient een algemeen oriëntatie-programma te zijn dat mogelijkheden biedt tot oriëntatie op het totale programma-aanbod 5. bij de programma-opzet dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van bestaande voorzieningen en dan met name van het programma-aanbod van de basiseducatie 6. de organisatie en het programma-aanbod dient zodanig te zijn ingericht dat snel en adekwaat kan worden gereageerd op de vraag van gemeenten (en RBA) naar specifieke (kortdurende) projecten voor specifieke doelgroepen 7. Werkgebied: De organisatie dient zodanig te zijn opgezet dat de regionale functie van het instituut zo optimaal mogelijk kan worden uitgeoefend 8. Financiële randvoorwaarde: De integratie zal een structurele besparing moeten opleveren van tenmninste f. 200.000,==. 9. Tijdlijn: Er moet naar gestreefd worden het ihtegratie-proces CBB/LWP zoveel mogelijk gelijk te laten lopen met de tijdlijn die is uitgezet voor de reorganisatie van de ambtelijke organisatie. Dat betekent dat als voorwaarde moet gelden dat het College uiterlijk in de maand september 1993 een besluit moet kunnen nemen met betrekking tot de organisatiestructuur van de geïntegreerde organisatie en dat in de periode september-december 1993 de implementatie van de nieuwe organisatiestructuur zijn beslag kan krijgen. 10Specifieke aandachtspunten: 1. de organisatorische positionering van de (geïntegreerde) organisatie 2het management 3. de docenten (kwaliteit en kwantiteit) en hun rechtspositie (sociaal plan) 4. de invulling van ondersteunende taken (o.a. mogelijkheden tot geauto matiseerde ondersteuning) 5. de wervings- en selectieprocedure van cursisten (relatie met Arbeids voorziening 6. de flexibele instroom van cursisten 7. de uitstroom-activiteiten 8. de begeleiding van cursisten 9. de ontwikkeling/het gebruik van cursusmateriaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 743