3. Schone stad in het groen Breda, de groene stad De aanwijzing tot stedelijk knooppunt brengt groei met zich mee. Groei van bevolking, van bedrijvigheid en van verkeer. Tot voor kort kregen de aantallen woningen, korte termijn winsten en de auto daarbij de meeste aandacht. Dat gaf stede lijk welvaart, maar ook milieuproblemen. Onrust, vervuiling van bodem, lucht en water, verarming van natuur en landschap hebben ertoe geleid dat het natuurlijk evenwicht in de regio is verstoord. Verbetering van het milieu kost veel inspanning en geld. Juist in de dynamiek van de groei liggen echter nieuwe kansen. Maar dan zal fundamenteel anders met groei moeten worden omgegaan. Dit stelt hoge eisen. Door: selectiever te kiezen, meer aandacht te geven aan de gevolgen op lange termijn, milieuverlies te compenseren met nieuwe milieuwinst, actief te zoeken naar een combinatie van belangen (win-win situaties) Hierdoor zal de milieukwaliteit in en van Breda toenemen. In de tweede plaats zal de manier waarop die inhoudelijke keuzen tot stand komen en worden uitgevoerd, veranderen. Een actieve rol van de gemeente is daarbij nodig. Maar eenzij dige, sturende overheidsmaatregelen zijn niet voldoende. Daarvoor is onze samenleving te ingewikkeld geworden. Alleen een gezamenlijke inspanning van bevolking en overheid geeft uitzicht op resultaat. De basis voor een duurzaam stedelijk leefmilieu kan worden gelegd door een goede vormgeving en inrichting van de stad en door een verantwoord gebruik en onderhoud. Overeenkomstig het Bredase milieubeleidsplan is nodig dat: wordt doorgegaan met het herstel van het verstoord even wicht in het ecologisch systeem en met de reductie van emissies; wordt voorkomen dat nieuwe ontwikkelingen dat evenwicht opnieuw verstoren. In de praktijk werkt dit aldus uit: De stad begint of eindigt niet bij zijn bebouwingsgrenzen. Ze is onderdeel van een veel groter ecosysteem. Stedelijke en landelijke gebieden zijn niet gescheiden, maar zijn afhanke lijk en door elkaar gevormd. 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 789