15
Na 1 januari 1994 gaan alle gemeentelijke diensten dit uit
gangspunt toepassen op de eigen organisatie. In eerste instan
tie gaat het daarbij om een betere afstemming en coördinatie
tussen de uitvoerende diensten. Dat is gunstig voor de be
drijfsvoering en biedt burgers het voordeel, dat zij weten
waar zij met hun vragen terecht kunnen.
Samen met de buurt zullen afspraken en planningen worden ge
maakt over hoe de ruimte wordt onderhouden. Dat kan met
schoolbesturen, woningbouwverenigingen, bedrijven en met wijk-
vertegenwoordigers
De veroudering van woningen, de woonomgeving, milieu en vei
ligheid in na oorlogse wijken vragen meer aandacht voor beheer
en onderhoud.
De gemeente heeft een onderscheid gemaakt tussen beheergebie-
den, aandachtsgebieden en actiegebieden.
In beheergebieden, zoals Ginneken, wordt volstaan met regulier
beheer
Aandachtsgebieden, zoals Brabantpark en Kesteren, zijn die
stadsdelen, waar verval dreigt en waar preventief moet worden
ingegrepen om daadwerkelijke achterstand te voorkomen.
Actiegebieden zijn die (stadsvernieuwings)gebieden waar de
achterstand manifest is en waar een intensieve inzet noodza
kelijk is.
De verschuivingen in verantwoordelijkheid, de belangen van de
verschillende betrokkenen en de beschikbare middelen, zijn de
randvoorwaarden waarbinnen de zorg voor de woon- en leefomge
ving de komende periode vorm zal worden gegeven. Uitgangspunt
hierbij is een beleidsombuiging van passief en curatief naar
actief en preventief. De nota "Stedelijk beheer" zal ingaan op
dit beleid en de "symbiose" tussen technisch beheer en sociale
vernieuwing introduceren.