Allochtonen
De samenstelling van de bevolking verandert. Op zich is dat
niet een nieuw feit in Breda. Al eeuwen hebben zich ook in
deze stad mensen gevestigd uit andere landen om economische
of religieuze overwegingen.
Maar de laatste decennia lijken de veranderingen omvangrijker.
Verschillen in huidskleur, godsdienst en cultuur zijn in onze
samenleving over het algemeen goed opgevangen.
We weten dat door gezinshereniging en een hoger geboorteover
schot de komende jaren het aantal migranten fors zal toenemen.
We weten dat in het onderwijs het aandeel allochtonen zal
stijgen. We weten dat de spanning op de arbeidsmarkt door het
lage opleidingsniveau groter zal worden dat het beroep op
het stelsel van de sociale zekerheid groeit.
We mogen onze ogen daarom niet sluiten voor gevoelens van
maatschappelijke onrust.
Er zijn tekenen van sociale ongelijkheid op basis van huids
kleur en ras. Ondanks het minderhedenbeleid zijn de problemen
van hoge werkloosheid,van geringe scholing e.d. niet opge
lost Integendeel
Een van de belangrijkste opgaven is dan ook er voor te zorgen
dat in Breda - vóór én na 2000- geen onverdraagzaamheid ont
staat in de samenleving, ondanks de verschillen tussen mensen
van welke aard dan ook.
Kinderopvang
De arbeidsparticipatie van de vrouw zet zich de komende jaren
voort.
Daardoor moet de kinderopvang geleidelijk als een basisvoor
ziening worden beschouwd.
Dat vraagt echter wel om een beleid, dat niet alleen door de
gemeenten wordt uitgezet, maar vooral wordt gedragen door het
bedrijfsleven en de ouders.
Ook daar tekent zich een gezamenlijke verantwoordelijkheid
af. De gemeente let er op, dat de kinderopvang betaalbaar
blijft voor ouders met lage inkomens.
Welzijn
Welzijn en zorg zijn danig aan het veranderen, vooral ten
aanzien van de doelgroep en die hierboven zijn aangeduid. Het
wordt allemaal wat zakelijker. We willen weten welke produkten
voor welke prijs worden gemaakt. We kijken meer naar de vraag,
die zo veranderd is. Stemt die nog wel overeen met het aanbod
van de overheid. Er is in Breda sprake van een kentering in de
sociale vernieuwing: van curatief naar preventief. Niet het
bestaande aanbod van instellingen of gemeentelijke instellin
gen staan centraal, maar de vraag: "wat is in dit specifieke
geval nodig en hoe organiseren we dat". Maatwerk dus.
21