gemeente Breda
RAADSVOORSTEL
Registratie nr
Dienst/afdeling
Bij lage
1993 1 49
937902964
OW/BWT
BETREFT HET WEER IN WERKING STELLEN VAN DE SUBSIDIEVERORDENING STADSVER-
Op 17 december 1992 heeft uw raad besloten het gereserveerde subsidiebedrag
ad. 700.000,= ten behoeve van de restauratie van monumenten in het kader
van het fondsstadsvernieuwing voorlopig te bevriezen. Dit is gebeurd door
het intrekken van de "Richtlijnen voor het verstrekken van subsidie ten
behoeve van beschermde monumenten". In hetzelfde voorstel is uw raad door
ons college toegezegd uiterlijk medio 1993 te zullen komen met voorstellen
voor een planmatige aanpak van het restauratiebeleid. Thans leggen wij uw
raad een aantal voorstellen voor, waardoor een planmatig aanpak gegaran
deerd kan worden.
1. De "Richtlijnen voor het verstrekken van subsidie ten behoeve van
beschermde monumenten", behorende bij de subsidie verordening stadsver
nieuwing 1992 weer in werking te stellen.
2. Het volumebesluit stadsvernieuwing 1993 van 20.10.92 te wijzigen in die
zin dat het budget ten behoeve van eigenaren van beschermde monumenten
wordt gesteld op 700.000,=.
3. Het subsidiebedrag ad 700.000,= aan te wenden conform het plan van
aanpak van het buro W.A.M.
4. Het buro W.A.M. opdracht te geven jaarlijks bij het vaststellen van de
jaarschijf stadsvernieuwing een plan van aanpak in te dienen over de
voorgenomen bestedingen ten behoeve van restauraties.
MOTIVERING/TOELICHTING
Aan de bevriezing van het gereserveerde subsidiebedrag lagen een drietal
redenen ten grondslag:
1. de organisatie van het monumentenbeleid;
2. de noodzaak tot een planmatige aanpak van monumenten en beeldbepalende
panden;
3. de noodzaak tot het formuleren van een beleidsvisie hoe met restauraties
dient te worden omgegaan.
1. De organisatie van het monumentenbeleid.
Op 1 januari 1993 is het buro Welstand, Architectuur en Monumenten (W.A.M.)
van start gegaan. Doel van deze operatie was de bestuurlijke verantwoorde
lijkheid onder te brengen bij één portefeuillehouder en de beleidsadvise
ring en de beleidsuitvoering onder één directie te brengen. Ons college
heeft gekozen voor de optie bij de dienst Openbare Werken. Om de relatie
met cultuur in stand te houden is gekozen voor een drie-wekelijks overleg
waarin onderdelen van het werkplan voor het monumentenbeleid besproken
worden en op elkaar worden afgestemd. Hoofdmoot van het werkplan wordt
gevormd door het zogenaamde drie-sporenbeleid: dit houdt in dat voor een
goede organisatie van het beleid een drietal sporen moeten worden geregeld:
a. het onderhouden van monumentale panden in gemeentelijk bezit;
b. de financiering van het monumentenbeleid;
c. de organisatie van het planmatig herstel.
NIEUWING VOOR DE RESTAURATIE VAN MONUMENTEN
INLEIDING
VOORSTEL
Voor het onderhouden van het gemeentelijke monumentale bezit is een plan