RAADSVOORSTEL vervolg 149 ad a. de aanpassing van de subsidieverordening heeft inmiddels plaatsgevon den. Dit houdt in dat eenzelfde methodiek wordt gehanteerd als door het Rijk. Tevens kunnen alleen eigenaren van monumenten een beroep doen op de subsidieregeling. Daarmee is de verordening echter nog niet helemaal in overeenstemming met de praktijk. Zaken die in een later stadium nog aan de orde zullen moeten komen zijn: - eventuele subsidiƫring van beeldbepalende panden binnen een beschermd stadsgezicht; - een eventuele onderhoudssubsidieregeling. ad b. de herijking van de gemeentelijke monumentenlijst. Met de Monumenten Advies Raad (MAR) is afgesproken dat na beƫindiging van de inventarisatie van de gebieden binnen de singels een herijking van de voorstellen zou plaatsvinden. Door de reorganisatie en de incorperatie van de MAR in de Welstandscommissie is deze herijking uitbesteed aan drs. P. Kalsbeek, welke in samenwerking met de ambtelijk adviseur van de MAR tot een herijking van de bestaande lijst is gekomen. Deze lijst is ter informatie bijgevoegd*. Hieruit valt op te maken dat 52 panden voor plaatsing in aanmerking komen. Dat betekent een reductie van 75%. Separaat van dit voorstel zal uw raad nog worden ingelicht conform de gemeentelijke monumentenverorde ning over het plaatsen cq afvoeren van panden van de gemeentelijke monumentenlij st Hetgeen nog niet beoordeeld is zit in het MIP-projekt. Ook daarvan is door uw raad besloten bij het aangaan van de overeenkomst met de Provincie dat een toets zou plaatsvinden door de MAR (25.01.89). Op voorstel van buro WAM heeft ons college op 23 maart 1993 besloten de heer Kalsbeek opdracht te geven om het MIP-projekt te toetsen. De heer Kalsbeek is gevraagd om op grond van de herijking van de gemeentelijke monumentenlijst aan te geven welke panden in aanmerking zouden komen voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst. Als dit is afgerond kan een definitieve gemeentelijke lijst tot 1950 worden opgesteld. Wat uit de herijking van de heer Kalsbeek naar voren komt, is het meer gebruik maken van het beschermd stadsgezicht. Op grond hiervan wordt thans een aanpassing van de gemeentelijke monumentenverordeing voorbereid welke uw raad nog voor het einde van het jaar ter vaststelling zal worden voorgelegd (zie punt a. 3. De noodzaak van een beleidsvisie hoe met restauraties om te gaan. De verandering van organisatie en de herijking van de monumentenlijst leidt tot de conclusie dat er een meer toegeruste organisatie bestaat dan in het verleden en dat er een reductie heeft plaatsgevonden van de gemeentelijke monumentenlijst. Op zich houdt dat in, dat de beschikbare gelden in kwalitatieve zin effectiever besteed gaan worden, omdat veel twijfel rond de monumentwaardigheid is opgeheven en het drie-sporenbeleid een beter organisatorisch verband op kan leveren. Naast de signalering dat er ook beleid ontwikkeld moet worden voor onder houd en beschermd stadsgezicht, met name voor de zogenaamde 'beeldbepalende panden', moet er ook een aansluiting plaatsvinden met andere projecten in de stad, zoals het structuurplan voor de binnenstad, het opstellen van bestemmingsplannen en beeldkwaliteitsplannen in historisch belangrijke gebieden. Hoewel ons college nog geen besluit heeft genomen over de herijking van de gemeentelijke monumentenlijst, met name voor het gebied van de binnenstad,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 834