- 4 -
RAADSVOORSTEL vervolg 1 58
3.3. Het krediet zoals bepaald bij punt 3.2. ten laste te brengen van de
bestemmingsreserve grote projecten fietsvoorzieningen jaarschijf 1993;
3.4 De exploitatielasten van de fietsenstalling in de Q-Fitgarage ad F
65.000,- voor 1993 te dekken uit de reserve parkeervoorzieningen, en
vanaf 1994 deze kosten mee te nemen in de exploitatie van de begroting
van het parkeerbedrijf
3.5 In aansluiting op de bovengenoemde realisatie van fietsenstallingen te
komen tot het realiseren c.q. verbeteren van de fietsroutes:
Nieuwe Ginnekenstraat - Van Cocthplein;
Nieuwe Prinsenkade - Haven;
Schorsmolenstraat - Fellenoordstraat - Markendaalseweg;
- Ginnekenweg en Generaal Maczekstraat (voor autoverkeer tor
éénrichtingsstraat verklaren en fietsroutes in tweerichtingen
realiseren) mede in relatie tot de ontwikkeiingsschets Zandberg -
-Ginneken;
4. In verband met het onder 2.5 2.6., 3.2., 3.3. en 3.4. bepaalde de
begroting van de dienst Openbare Werken, het Parkeerbedrijf en de ccn-
cernbegroting, alle voor het
dienstjaar 1993, te wijzigen overeenkomstig de daartoe strekkende
besluiten*
5. Op korte termijn nadere inhoudelijke, juridische en financiële conse
quenties aangeven najaar 1993.
MOTIVERING/TOELICHTING
Als uitgangspunten voor dit voorstel zijn gehanteerd het beleid zoals
geformuleerd in:
het Structuurplan Binnenstad, en de daarop gebaseerde vervolgstudies;
het Structuurschema Verkeer en Vervoer voor Breda, inclusief de
deelnota's m.b.t. de hoofdwegenstructuur en het langzaam verkeer
alsmede de studies tot verbetering van het openbaar vervoer;
het Gemeentelijk Milieubeleidsplan;
de Nota Bedrijfscmgevingsbeleid.
Daarnaast is bij dit voorstel uitgegaan van de uitwerking van de twee
taakstellende parkeerscenarios zoals verwoord in de Werkncta Parkeren.
Wij hebben ons daarbij gericht op de mogelijkheden tot verwezenlijking van
het gewenste mobiliteits- en milieubeleid, de gewenste verbetering van ae
kwaliteit van de binnenstad maar zeker ook het belang van het economisch
functioneren van de binnenstad.
De voorstellen ten aanzien van het autoverkeer en het parkeren richten zich
cp een beperking van de groei van de automobiliteit, het terugdringen van
het doorgaand en zoekend verkeer in de binnenstad alsmede het uitvoering
geven van de besluiten van het structuurplan van de binnenstad.
Op basis hiervan achten wij het dan ook gewenst het parkeren in de binnen
stad onder een geneei betaald parkeerregiem onder te brengen met een
invoering van een vergunnrngensysteem voor bewoners en bedrijven in de
woongebieden binnen de singels. Mede in relatie tct de gewenste verbetering
van de openbare ruimte en de verblijfskwaliteit in de binnenstad is het
noodzakelijk cm het straatparkeren in het historische stadshart op te hef
fen, op deze wijze zijn dan ook aantrekkelijke loep- en fietsroutes te
realiseren