RAADSBESLUIT vervolg 1 63 Artikel 16: B.T.W. a. Het registergoed/De registergoederen, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie I, nummer 2367 (gedeeltelijk), groot ongeveer 6060 m2, zoals op tekening nummer 61003 van het gemeentelijk Grondbedrijf (gedateerd 22-12-1992/gewijzigd 19-03-1993) met een grijze kleur (en arcering) is aangegeven, heeft de navolgende bewerkingen ondergaan: 1. het bestaande maaiveld is gefreesd en opgehoogd tot het vereiste peil; 2. de bestaande waterlopen zijn omgelegd, opgeschoond en aangevuld. 3de ontsluiting van het eiland middels de bouw van een verkeersbrug is gerealiseerd. b. De navolgende voorzieningen uitsluitend ten behoeve van het/de onder A. genoemde registergoed(eren) zijn getroffen: 1. aangelegd is een droogweerafvoer met inlaten ten behoeve van de huisaansluitingen 2. aangelegd is een regenwaterafvoer van het verhard oppervlak van het perceel c. Het onder A. genoemde registergoed is bouwrijp gemaakt en moet derhalve beschouwd worden als een vervaardigd goed als bedoeld in artikel 11, eerste lid, letter a, onder le, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals deze bepaling is te verstaan in het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 november 1990, rolnummer 26.362, gepubliceerd in BNB 1991/19 d. Verkoper is mitsdien ter zake van deze levering omzetbelasting ver schuldigd en is gerechtigd deze aan koper in rekening te brengen. Artikel 17: ketting/boetebeding De bepalingen van de artikelen 13 en 14, alsmede dit artikel moeten bij elke vervreemding van het/de registergoed(eren) of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het/de regis tergoed (eren) of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigden worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij, na ingebrekestelling, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100,00 per dag, voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. Artikel 18: centrale antenne Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen ten aanzien van de aansluiting op de centrale antenne-inrichting. Artikel 19zanddepot a. Indien als gevolg van de bouw overtollige grond van het bouwperceel moet worden afgevoerd, mag deze slechts worden afgevoerd naar een door de gemeente aan te wijzen plaats. b. Bij niet-nakoming van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, zal door koper(s) ten behoeve van de gemeente Breda na ingebrekestelling een direct opeisbare boete verschuldigd zijn van 100.000,--.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 955