RAADSBESLUIT vervolg 1 64 b wordt deze koopovereenkomst geacht van rechtswege te zijn ontbonden. b) Indien tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van het op de grond te realiseren bouwplan, doch voor het moment van het ondertekenen van de notariële akte, zou blijken van de aanwezigheid van naar de huidige maatstaven voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen, die van zodanige concentratie en aard zijn dat van koper in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij, zonder tot sanering over te gaan, aan zijn bouwplicht voldoet, heeft koper het recht eenzijdig deze overeenkomst te ontbinden en de grond ter vrije beschikking van de gemeente te stellen, voorzover redelijkerwijze mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst. c) Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen wordt niet verstaan: funderingsrestanten, puin of andere restanten van bouwkundi ge aard, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden, noch stobben van bomen of struiken. Indien deze obstakels worden aangetroffen en oorzaak zijn van het vertragen van de bouw danwel noodzaken bijzondere bouwkundige voorzieningen te treffen, zal de gemeente de daaraan verbonden kosten, mits de gemeente althans voor de uitvoering van de voorzieningen schriftelijk heeft ingestemd met desbetreffende offerte, aan koper vergoeden. 8. Bij ingebruikname van de grond wordt koper geacht deze volledig te kennen en die te aanvaarden als bouwgrond, die geschikt is om te worden bebouwd met een woon c.q. verblijfsaccommodatie en waarop parkeerplaatsen ten dienste van de woon- c.q. verblijfsaccommodatie kunnen worden aange legd, zodat hij alsdan generlei aanspraak kan maken op enigerlei vergoeding van enigerlei schade wegens de structuur, gesteldheid, enzovoort van de bodem, onverminderd het bepaalde onder 7. 9. Koper verklaart ermee bekend te zijn, dat in de gemeente Breda, indien daartoe voorzieningen aanwezig zijn, moet worden aangesloten op het Centrale Antenne Inrichtingssysteem. 10. Indien als gevolg van de bouw overtollige grond van het bouwperceel moet worden afgevoerd, mag deze slechts worden afgevoerd naar een door de gemeente aan te wijzen plaats binnen de gemeentegrenzen. 11. Koper en diens rechtsopvolgers doen afstand van de bevoegdheid, omschreven in artikel 5:49 BW, voor zover de aan de het verkochte terrein aangrenzende grond eigendom van de gemeente is. Koper is verplicht het verkochte terrein af te sluiten overeenkomstig de bepalingen van de bouwverordening van de gemeente Breda. 12. a) De koper is verplicht te gedogen dat al hetgeen door de gemeente c.q. de nutsbedrijven ten behoeve van openbare voorzieningen op, of in of boven de grond is aangebracht wordt onderhouden en dat al hetgeen noodzake lijk is ten behoeve van openbare voorzieningen op, in of boven de grond en/of de daarop op te richten opstal(len) zal worden aangebracht en onderhouden. Elk aanbrengen c.q. onderhouden als hiervoor bedoeld geschiedt volledig onder verantwoordelijkheid en voor rekening en risiko van de gemeente c.q. het betreffende nutsbedrijf. Vorenbedoelde voorzieningen zullen geen belemmering vormen voor de realisatie van het gebouw c.q. voor het funktio- neel gebruik van het gebouw. b) De koper is verplicht al hetgeen ingevolge lid a van dit artikel is aangebracht bevestigd te laten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 963