RAADSBESLUIT vervolg /165 tenminste 30 parkeerplaatsen aan te leggen. 15. Koper is verplicht binnen drie maanden na de datum, waarop de bouwver gunning rechtens onaantastbaar is geworden te starten met de bouw van het eerste kantoorpand. Onder het starten van de bouw wordt ten deze verstaan dat is aangevangen met het heien e.g. boren van de palen. Tevens verplicht koper zich dat kantoorpand binnen achttien maanden na het starten van de bouw te voltooien. 16. Koper verplicht zich binnen zes maanden nadat het eerste kantoorpand is verhuurd, te starten met de bouw van het tweede kantoorpand en het te voltooien binnen achttien maanden, overeenkomstig het gestelde in artikel 15. 17. a) Partijen hebben met elkaar vastgesteld, dat de gemeente als verkoper van het perceel grond, het perceel bouwrijp heeft gemaakt. De gemeente heeft het perceel vrij gemaakt van struiken, afrasteringen, opstallen en andere obstakels, die aanwezig waren en het perceel opgehoogd. De gemeente heeft tevens een aanwezige bodemverontreiniging weggenomen en een rioollei ding verlegd. b) Door het perceel voor de feitelijke levering bouwrijp te maken op de wijze als hiervoor omschreven moet het perceel worden aangemerkt als een vervaardigd goed als bedoeld in artikel 11 (le lid, letter a, onder le) van de Wet op de Omzetbelasting 1968, zoals deze bepaling is uitgelegd in het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 november 1990, rolnummer 26.362, gepubliceerd in B.N.B. 1991/19. Daarom is de gemeente ter zake van deze levering omzetbelasting verschuldigd en is zij gerechtigd die bij de koper, als genoemd onder 1. van dit besluit in rekening te brengen. 18. Koper is bekend met de aanwezigheid van een rioolleiding als aangegeven op de onder I vermelde situatietekening bij of in de verkochte grond en neemt op zich, indien en voor zover nodig, een zakelijk recht met alle daaraan verbonden rechten en plichten en lusten en lasten, te vestigen met inachtneming van het gestelde in artikel 12 van dit besluit. 19. Bij niet nakoming van enige verplichting voortvloeiende uit deze koopovereenkomst, verbeurt de nalatige partij, na ingebrekestelling en na verloop van de daarin gestelde termijn, bij elke niet-nakoming ten behoeve van de niet nalatige partij een direkt opeisbare boete die gelijk is aan tien procent van de koopsom, onverminderd het recht van de niet-nalatige partij de als gevolg van de tekortkoming van de nalatige partij door haar geleden of nog te lijden schade onverkort op de nalatige partij te verhalen en onverminderd het recht van de niet-nalatige partij nakoming van deze overeenkomst te vorderen. 20. Op straffe van verbeurte van dezelfde boete aan de gemeente, als opgenomen in artikel 19, verbindt de koper zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de artikelen 11 tot en met 16 als de verplichting om dit door te geven zal opleggen aan diens rechts opvolgers/beperkt gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan. III. Te bepalen, dat de opbrengst van deze verkoop ten gunste van het Grondbedrijf komt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1993 | | pagina 971