RAADSBESLUIT s vervolg 166
begane grond bevinden voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep.
Bovendien is het de koper toegestaan appartementen samen te voegen in geval
de gemeente daarvoor vooraf een vergunning heeft verleend.
15. Koper is verplicht binnen drie maanden na het verlijden en passeren van
de leveringsakte van de grond te starten met de bouw van de drie apparte
mentsgebouwen en die binnen twee jaren na het starten van de bouw te
voltooien. Onder het starten van de bouw wordt ten deze verstaan, dat de
palen zijn geheid.
16. Koper verplicht zich de op de gekochte grond aanwezige bomen te
onderhouden en te handhaven, zulks ten genoegen van en in overleg met de
milieudienst, sector natuur en landschap, van de gemeente Breda.
17. Alle kosten verbonden aan het woonrijp maken van het verkochte komen
voor rekening van de koper. De verwijdering van enkele fundamenten, die
thans nog in het verkochte aanwezig zijn, geschiedt bij ontgraving van de
bouwput. De kosten van verwijdering komen, mits althans het grondbedrijf
tevoren de offerte heeft goedgekeurd, voor rekening van de gemeente.
18. B.T.W.
a) Het perceel grond, kadastraal bekend gemeente Breda sectie B nummers
7484 en 7557 (beide gedeeltelijk), groot ongeveer 6.160 m2zoals op
tekeningnummer 61208 van het gemeentelijk Grondbedrijf en gedateerd
14-04-1993 met een grijze kleur is aangegeven, heeft de navolgende bewer
kingen ondergaans
1. het gebouw, plaatselijk bekend Wilhelminapark 27, is gesloopt.
2. de fundamenten zijn uit de grond gehaald en
3. het perceel is geegaliseerd.
b) Het onder a) genoemde perceel grond is bouwrijp gemaakt en moet derhalve
beschouwd worden als een vervaardigd goed als bedoeld in artikel 11, eerste
lid, letter a, onder le, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals deze
bepaling is te verstaan in het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van
21 november 1990, rolnummer 26.362, gepubliceerd in BNB 1991/19.
c) Verkoper is mitsdien ter zake van deze levering omzetbelasting verschul
digd en is gerechtigd deze aan koper in rekening te brengen.
19. Bij niet nakoming van enige verplichting voortvloeiende uit deze
koopovereenkomst, verbeurt de nalatige partij, na ingebrekestelling en na
verloop van de daarin gestelde termijn, bij elke niet-nakoming ten behoeve
van de niet nalatige partij een direkt opeisbare boete die gelijk is aan
tien procent van de koopsom, onverminderd het recht van de niet-nalatige
partij de als gevolg van de tekortkoming van de nalatige partij door haar
geleden of nog te lijden schade onverkort op de nalatige partij te verhalen
en onverminderd het recht van de niet-nalatige partij nakoming van deze
overeenkomst te vorderen.
20. Op straffe van verbeurte van dezelfde boete aan de gemeente, als
opgenomen in artikel 19, verbindt de koper zich jegens de gemeente tot het
bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of beperkt
gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de artikelen 11 tot en met
16 als de verplichting om dit door te geven zal opleggen aan diens rechts
opvolgers/beperkt gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij
namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan.
III. Te bepalen, dat de opbrengst van deze verkoop ten gunste van het
Grondbedr i j f komt