Zoodat in het geheel werden bebouwd 1800 bunders waarvan 688 Bunders op de Stoppelen der Winterrogge met rapen en spurrie als tweede gewas. Tuinbouw en Bloeraiaisterij zijn van weinig be teekenis. Eigenlijk gezegde boomgaarden zijn luier niet. De vruchtbooiaen bragten weinig op. Hen vindt hier geene boomkweekerij- en. De Houtteelt is vrij belangrijk. Mostboaschen worden hier en daar aan gelegd. Het opgaande booraen zijn beplant 29 buiuiers set schaarhout 518 bunuers met Mastbosch, 595 bunders. London tgirmingen waren onbeduidend. De Heide^jronden meest behoorende aan particulieren, worden gebruikt tot liet weiden van schapen on het Steken van turf en heideplaggen. De toestand van den Veestapel is uitmuntend, de runderen zijn hier over het algemeen schoon en werden vooral in het begin van het Jaar tot bijzonder hooge prijzen verkocht. In deze gemeente bevonden zich op 31 December 1855, 161 Ruinen, 146 Merrien, 9 Veulens, 8 Stieren, 21 trekossen, 1741 Koeijen, 532 kalveren, 2 Ezels, 460 Schapen, 6 Houders van Eohapen, 6 Bokken, 567 Oei ten. Het houden van pluimgedierte en de bijenteelt benoort aliiier niet tot de middelen van bestaan. De middenprijzen waren als volgt Rogge 11,— Boekweit 8,Haver f 4,Aardappelen Hooi 20,—, Boter 1,40 per Hed.Pnd.Runderen 150,— a 225,— Jonge Paarden 300,— a 400,—, .iftandsche 100,— a 200,—. HOOFDSTUK XIII. Verveening, Jagt en Visscherij B. Het klein en waterwild was niet overvloedig. In deze gemeente zijn 6 eigen Jagten. Musschen waren minder talrijk, door dat ®en zich veel op het dooden van deze dieren toelegt. Behalve over de duiven, gehouden wordende op de tillen van Mevrouw de Bouaifcière Baronesse van der Borch en van den Heer J.de Poorter werd niet geklaagd over het schadelijk gedier te. Het gedoodde bestond uit 6 niet volwassen vossen, 3 Bunsings, 5 wezels, en 3 valken. Het tooBigt op de Jagt is voldoende. Vele calanges werden gedaan ter zake van het zetten van wildstroppen. C. De Visscherij is bijna geheel te niet. Het toezigt daarop is voldoende. IJ HOOFDSTUK XIV. Ambachts- en Fabrieknijveifceid. Eene fabriek wordt door Stoomkracht gedreven, waartoe een Stoomtuig van zes paardenkrachten wordt gebezigd. Het is bestemd tot het drijven eener Olieslagerij en Kunstwolfabriek. Daarin zijn gebezigd 6 volwassen mannelijks personen en 10 kinderen terwijl nog gemiddeld 50 vrouwelijke personen ten dienste der fabriek aan huis werkzaam zijn. Het maximum hunner werk loonen bedraagt van 6,— tot 1,50 per week. De Olieslagerij heeft weinig gewerkt, door de hooge :aadprijzen die buiten verhouding stonden tot de^rijs der olie terwijl voor koeken geene vraag bestond. De Kunstwolfabriek werkte zeer druk en met gunstige uitkomsten. Het artikel vond door den bloeijenden Staat der Tilburgsche Fabrijken veel vraag en ook naar Engeland was de verzending belangrijk. De Lijmziederij aliiier bestaande werkte met twee volwassen mannelijke personen wier loon was 4,— a 3»— *e®k. Het fabrikaat werd gretig weggenomen bestaande daaraan wegens de söhaarschte van het Lijmvieesch groote behoefte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1855 | | pagina 6