Zoodat in het geheel werden bebouwd 1908 bunders waarvan 721 bunders op de stop
pelen met rapen en spurrie als tweede gewas.
In de gemeente bevonden zich op 31 December 1859:
165 ruinen, 161 merrien, 9 veulens, 6 stieren, 19 trekossen, 1730 koeijen, 450
kalveren, 456 schapen, 5 houders van schapen, 7 bokken, 608 geiten en 3 ezels.
Het houden van pluimgedierte en van bijen behoort niet tot de middelen van
bestaan. De middenprijzen waren als volgt: Rogge 6,50, Boekweit 5,75, Haver
3»5 Aardappelen f 2,50, Hooi 9,Boter 1Runderen 250,— a 100,-
Jongepaarden 500,tot 400,—. Aftandsche 200,tot f 100,
HOOFDSTUK XIII
Verveening, Jagt en Visscherij.
Buitengewoon menigvuldig waren de hazen en patrijzon. Men meent dit te moeten
toeschrijven daaraan, dut de meeste grondeigenaars de uitoefening der Jagt aan
een gezelschap van liefhebbers hebben afgestaan. Het gestrenge toezigt op de Jagt
en Visscherij en de verschillende elkander opgevolgdhebbende zachte wintersai-
soenen, waarin ook zeer weinig sneeuw is gevallen, kunnen ook als zoo veele oor
zaken van de sterke vermenigvuldiging van het wild worden aangemerkt. Het water
wild was evenwel schaarsch vermoedelijk ten gevolge der laatste drooge Jaren.
Over de sterke vermeni^jvuldiging der konijnen wordt veel geklaagd. De Jagt-
liefhebbers legden zich ijverig toe op de uitroeijing van dat schadelijk gedierte
en men verwacht daarvan de beste uitkomsten.
Het getal van liet gedoodde schadelijk gedierte bestond in vier sperwers.
Eet toezigt op de Jagt en Visscherij wordt zeer naauwgeset en gestreng uit
geoefend.
HOOFDSTUK XIV.
Aobachts- en Faorieknijverneid.
De kunstwolfabriek gedreven door eene stoommachine van 12 paardenkrachten na
in het begin des Jaars eenigen tijd te hebben stil gestaan, werkte daarna geregeld
en vrij druk door, zoo het schijnt met voordeelige uitkomsten. Het fabrikaat wordt
bijna geheel naar Engeland verzonden. F.ene hoeveelheid van 210.000 ned.ponden
kunstwol werdt in de fabriek vervaardigd.
In deze fabriek werkten 17 volwassen mannen, 37 vrouwen en 8 kinderen wier
loon bedroeg per week van 6,tot f 1,50.
In de verlaktleder fabriek heerschte veel bedrijvigheid, zij schijnt voor-
deelig te werken en vindt gereden aftrek voor luiar fabriekaat dat bestond in 550
stuks wasdoek 9192 stuks soldaten coeardes.
In de fabriek werkten 5 volwassen mannelijke personen, die daar een loon
verdienen van 12,— tot 3»-~ per week. t
De toestand van drie alhier bestaande bierbrouwerijen die 2553*48 vaten bier
leverden en van de drie leerlooijerijen is gunstig. In deze werden bewerkt 312
zoolïeerhuiden, 235 kalfsvellen en 85 geitenvellen.
De ambachtsnijverheid verkeert over het algemeen in bloeijende staat.
HOOFDSTUK XV.
Handel en Scheepvaart.
a. Binnenlandsehe Handel. Er bestaan in deze Gemeente twee Jaarmarkten als eene
den derden vrijdag in April en eene den derden vrijdag in October. Behalve eenigen
handel in varkens zijn die markten zeer ön-beduidend en geraken hoe langer hoe raas
meer in verval.
De toestand van de groot- «ai kleinuandel is voldoende.
b. Buitenlandsche Handel.
c. Binnenl landsche Scheepvaart.
d. Buitenlandsche Scheepvaart.
- 8 -