Ook werden de heidevelden gebruikt tot het beweiden met schapen en werden duur verpacht. De hoofdgew.iSaen bestonden in: L M Winter Tarwe 14 bunders per bunder 17 mudden totaal 7 28 Winter Rogge 727 tl «I It 27 It tt 654 9 Zomer Rogge 47 II tt ft 24 ft It 37 18 Boekweit 268 1» t» tv 25 ft tt 223 10 Haver 270 ft ft It 40 tt ft 270 Groene Erwten 17 1» tt It 18 tt It 10 6 Winter Kbolzsuad 14 It It If 10 It ft 4 20 Zomer 6 tl ft tt 9 tt tt 1 24 Aardappelen 272 It It 1» 300 ft tt 2720 Hangelwortelen 59 It t» tt 330 91 tt 678 15 Wortelen 29 11 f« 91 250 tt ft 241 20 Vlas 8 ft It It 10 ft tt 2 20 Spurrie 30 tt ft tf 8 tt tt 8 Klaver Hooi 160 230 wordt bijna niet anders dan als veevoeder gebruikt. 2500 het voorgewas en 2300 het nage was 484.500 pond Hooi. De opbrengst van het nagras is slechts over 115 bunders berekend daar de overige 115 bunders tot beweiding zijn gebruikt. Er werden alzoo in het geheel bebouwd 1921 bunders w uirvan 741 bunders op de stoppelen met rapen en spurrie. In de gemeente bevonden zich op 31 December 1864» 161 Ruinen, 158 Merriën, 14 Veulens, 7 Stieren, 20 Trekossen, 1690 Kbeijen, 448 Kalveren, 461 Schapen, 4 houders van Schapen, 4 Bokken, 623 Geiten, 2 Ezels en 230 Varkens. Het houden van pluimgedierte en van bijen behoort hier niet tot de middelen van bestaan, doch heeft slechts uit liefhebberij plaats. De middenprijzen waren als volgt Rogge 6,Boekweit 7,Haver 3,25 Aardappelen 1,89, Hooi 26,—, boter 1,15, Runderen 100,— a 275, Jonge Paarden f 500,a 300,— A+'tandsche 40,— a 250,—. HOOFDSTUK XIII Verveening, Jagt en Visscherij. Nimmer was er grootene schaarschte in Hazen en patrijzen dan in 1864, men schrijft zulks voornamelijk toe aan de gedurige strenge nachtvorsten die bijna den geheelen zomer aanhielden. Konijnen verminderde nog steeds in getal zoo door het onvruchtbaar jaar als door de Jagtliefhebbers zie zich, om dit schadelijk gedierte zoo veel mogelijk te vernielen ijverig toeleggen. De opbrengst van het Jagtveld, ter grootte van circa 3500 bunders bragt 218,— op welke gelden ten behoeve van den algemeenen amen van Ginneken en Bavel werden afgestaan. Het toezigt op des jagt en visscherij wordt naauwlettend en gestreng gehou den. De visscherij is hier van weinig beteekenis. Verveeningen hadden in deze gemeente weinig of niet plaats. Het vooruitzigt bestaat echter dat door de afschaffing van den accijns, voor eigen gebruik door de landbouwers, meerder gebruik zal worden gemaakt. HOOFDSTUK XIV. Ambachts- en Fabrieknijverheid. De fabriek in deze Gemeente ingerigt tot het fabriceren van Kunstwol, het malen van schors en verfhout werkte niet druk. Voor eigen rekening werd daarin nagenoeg niet gewerkt doch in loon scheen er nog al eenige bedrijvigheid te heerschen. Een stoomtuig van 20 Paardenkrachten en één Ketel is daarin geplaatst In de fabriek waren werkzaam dooreen 4 volwaas eiïutegen een loon van 1tot 60 ct. daags en 3 Jongens tegen 30 ct. daags. Opgave van het gefabriceerde zijn wij niet bekend kunnen worden. - Het -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1864 | | pagina 7