HOOFDSTUK III
Plaatselijke verordeningen door den Raad gedurende het jaar vastgesteld.
1. Strafverordeningen,te weten Geen.
Naar een door Burgemeester eh Wethouders, ingevolge art. 177 der gemeentewet inge
steld onderzoek, is voortdurend kracht toe te kennen aan de volgende plaatselijke
verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd
1. Verordening op het verkoopen van brood van den 10e juni 1854.
2. Idem op het binnentreden van de woningen der ingezetenen huns ondanks van den
27 December 1856,uitgezonderd het bepaalde in art. 1 bij letter a,no 1 van
letter f en art.55 uo 2.
5. Idem van politie van den 7 februari 1857,met de daarin gebrachte wijzigingen
van den 25 november 1859,30 October 1865 en 16 Mei 1868.
4. Idem op het houden van burgerwachten van den 27 December 1856.
5. Idem op het bedienen der brandbluschmiddelen en de uitvoering der maatregelen
tot blusschi&ig -/an brand van den 27 December 1856,
6. Idem op het graven en aanwezig zijn van putten of kuilen aan de openbare wegen
of voetpaden in de kom der gemeente van 30 September 1859»
7. Idem houdende bepalingen omtrent het rapen en wegvoeren van pestspeciën van de
straatvegers.
8. Idem omtrent het op de openbare plaatsen verschijnen in kennelijken staat van
dronkenschap.
9. Idem op het begraven van lijken en de begraafplaatsen.
10.Idem op bet vervoer van lijders van besmettelijke ziekten.
De Algemeene herziening,voorgeschreven bij art. 178 der gemeentewet,heeft plaats
gehad in de openbare vergadering van den Raad,gehouden den 10 Januari 1872.
HOOFDSTUK III
beknopte en zakelijke opgaven van de voornaamste in den gemeenteraad behandelde
onderwerpen.
18 Januari 1876 {Besloten tot het aangaan eener geldlening groot 12000,=,
rentende hoogstens 4/^,voor den aanleg van eenen keiweg naar
den Ypelaar,het bouwen van archiefkamers en het maken van
leggers der openbare wegen en waterleidingen volgens het
door Burgemeester en Wethouders ontworpen
26 februari 1876 Besloten tot aankoop van 60 centiaren grond,F.A.Adriaenssen
voor de verbreeding van den weg naar Geersbroek,
2.Op zijn verzoek ontslag verleend aan ^endrikus Roelant hulp
onderwijzer te Bavel,raet 1 Maart 1876.
Behandel!?, twee aanschrijvingen van den schoolopziener in het 10e
district van Noordbrabant,dd.4 en 15 Maart 11,waarbij in over
weging wordt gegeven de jaarwedden der hulponderwijzers,be
dragende 400,= en 50,= toeslag na een vol jaar dienst, te
vsihoogen omdat de ervaaring heeft geleerd, dat voor 400,=
geen hulponderwijzers meer zijn te krijgen.
Besloten niet tot de verhooging der jaarwedden over te gaan,
uithoofde men van gevoelen is, dat cfe- oorzaak der vacante
betrekking niet moet gezocht worden in het bedrag der jaar
weddei maar in het gebrek hetwelk aan dat personeel bestaat.
Benoema tot hulponderwijzer te Bavel,J.h.HB&raakere van
Maastricht op eene jaarwedde van 400,= om met 20 Ilei e.k.
zijne betrekking te aanvaarden.
:1e Afwijzend beschikt op een rekest van Mr.J.H.van den Biesen,
te Gin eken,houdende verzoek tot terug betaling der 400,=
welke door hem in 1872 zijn bijgedragen in de kelbcetreting
van af de openbare school te Ginneken tot aan het kruispad
te Overakker.
20 April 1876
18 Mei 1876
31 Juli 1876
3 -