- 8 -
In het voor en najaar meldden zich weinige kinderen daartoe aan. Het schijnt,
dat men die kunstbewerking liefst bij warm weer laat verrichten.
2 en 3» Een vroedvrouw geniet eene jaarwedde van 300,
Voor de genees- en heelkundige hujp en levering van geneesmiddelen aan
armen, wordt door den Dokter bij het einde van het jaar de rekening inge
diend. Ze bedroeg 119,50
De kosten van verrichte vaccinatiën beliepen 52,80
4e. Onbekend.
VI. Koepokinenting.
Aantal verrigte koepokinentingen, met vergelijkende opgaaf van de voorafgaande
drie jaren.
Voor zoo verre bekend.
In het jaar 1880 148
H 188a 104
1882 90
1883 132
VII. Toezicht op prostitutie.
VIII. Toezigt op de levensmiddelen.
Er bestaat geen toezicht.
HOOFDSTUK VI b
b. Gemeentepolitie
Voornaamste veranderingen in het personeel.
Geene veranderingen hadden plaats.
Algemeene opmerkingen omtrent de dienst.
De Gemeente Veldwachters en de nachtwaker te Ginneken verdienen wegens
hunne ijverige plichtsbetrachting den meesten lof.
Maatregelen van de politie en algemeene toestand.
De toestand der politie in deze Gemeente is als voldoende te beschouwen.
De veiligheid was weder bijzonder gunstig. Van diefstal of bedelarij werd na
genoeg niets vernomen. Van daar dan ook dat de opgemaakte processen-verbaal
zeer onbeduidend waren en geene bijzondere maatregelen noodig waren.
Opgave der gedurende het jaar voorgevallen branden en rampen, die opmerking
verdienen.
1e.Op den 24e Januari 1883 bij Petrus van Bavel te Bavel van een bouwhoefje
inboedel en eene koe. De geschatte schade door den brand veroorzaakt bedraagt
600,— aan roerende goederen en 1.400,— aan onroerende goederen. De
roerende goederen waren verzekerd voor 900,— en de onroerende voor 1500,—
De oorzaak van dezen brand is onbekend gebleven.
2e Op den 27e Juni 1883 bij Adriaan Jansen te Galder van eene arbeiderswoning
en inboedel. De geschatte schade door den brand veroorzaakt bedraagt 75»
aan roerende goederen en 400,«.» aan onroerende goederen. De roerende goederen
waren verzekerd voor 400,— en de onroerende voor 800,—
Oorzaak van den brand onbekend. Echéèr bestonden er zware vermoedens dat deze
brand aan kwaadwilligheid moest worden toegeschreven.
Opgave der persoonlijke diensten waartoe de inwoners ter handhaving der
openbare orde in het algemeen belang mogten zijn opgeroepen (art. 192 Geqi.
Wet). Geene.