III. Handel en Scheepvaart.
34
In deze gemefente bestaa1 steenkolenmijn^en-)
Omtrent den toestand daarvan valt op te merken
De hoeveelheid gedolven steenkool:
Het aantal mijnwerkers is ongeveer:
a. Binnenlandsche Handel.
Omtrent de gehouden markten, de daarop aangevoerde hoeveelheden en besteedde prijzen, zij
opgemerkt
De toestand van den groothandel
Van den middenstand4®"^
/y y »-> &&>-
b. BuitenLandsche Handel.
Opgave der voornaamste in- en uitgevoerde handelsartikelen.
c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten.
Het getal schepen, gevaren door de gemeente en door sluizen aan de gemeente toebehoorende
bedraagt:
waarvan zijn opgevaren
en afgevaren.
cl. Zeeschepen.
e. Werven -en Scheepsbouw.