II. Heerschende ziekten
21
c. kanalen, grachten en slooten (waterverversching, demping);
d. openbare gebouwen (veranderde inrichting);
Opgaven omtrent het voorkomen van Aziatische cholera, typhus en febris typhoïdea, pokken, roodvonk,
diphtlieritis, dysenterie, pest enz.
Niet in de wet tot voorziening tegen besmettelijke ziekten genoemde ziekten, welke in liet verslagjaar
een meer ernstig karakter hebben aangenomen en in beduidende mate voorkwamen:
Maatregelen om de verbreiding van deze ziekten, voor zoover die voorkwamen, tegen te gaan.