V
Jp
1
- 20
d. Rivieren, kanalen, vaarten en bijbehoorende werken, als: waterkeeringen, overlaten, lijnpaden,
sluizen, duikers, beschoeiingen, los- en ladingplaatsen, bruggen, veeren, overvaarten.
"S-"t-c- -e^/
<-c^Cy
'X
-~s r r r^c^c^ycy s
c«€/ <C/a>a^t2«v<t«ö/ e^e^-zJ <fc<z~&o-z< eyes
•^r e^r>
e. Havens.