STAAT DER FABRIEKEN.
Ê"E
FABRIEKEN («T.
EIGENAAR.
J/
SOORT
der
(Alphabetisch.)
NAAM
van den
Aantal arbeiders in
de fabriek werkzaam
Gebezigde
beweegkracht
(stoom, water,
gas, enz
AANTAL
Volwassen
Mannen.
Volwassen
vrouwen.
Kinderen
(mannelii k)
Kinderen
(vrouwelijk)
Stoom
werktui
gen.
Stoom
ketels
Paarden
krachten.
S is
cö o
CD O
D d-c^c/ C.__ 7^* -zC. .CC-4S? -E- ©/Od-ÏC-ö-^-zJ
c!"~; 'V Pzc* z/- ^C, f> <-<rrzf V/
7"
C>
Z-'-i
.•7
■^ï-d-d-^-Cd adóe^
qX7-.«^L,
•o'^ZAZ^
J'J
c/
Ö^Z7
/&V
■Jó'
cF
CP d
d>
cfi
7/.
~JV
Z'
/jf V
<S:
a
Fabrieken z(jn nijverheidsinrichtingen, waarin 20 of mser arbeiders werkzaam zijn, benevens die met een getal van minder dan 20 arbeiders, indien daarin van mechanische beweegkracht (stoom, water, gas, enz
gebruikt wordt gemaakt. Alle andere zijn Ambachten.
O Tot de kinderen worden in verband met de wet van 19 September 1874 (St.bl. no. 180) gerekend de personen van volbrachten 12jarigen tot volbrachten löjarigen leeftijd. Alle anderen zijn volwassenen.