deij. 27 Februari 1886. Tegenwoordig de Heeren: Pels Rijcken, Van Aken, Marijnen, Kuppens, Van Mierlo, Van Dam, Rombouts, •Smits, Guljé, 'Van der Burg, Van Hal, Backer, Vreede, Nelissen en De Man, Voorzitter. Afwezig de heer Heylaerts, Dè nptulen van den 16 Januapi jl. worden voorgelezen. De Voorzitter vraagt of er ook aanmerkingen op de voorgelezen notulen zijn. De heer Pels Rijcken het woord gevraagd en verkregen hebbende, meent dat de notulen vrij goed teruggeven, hetgqen er ten aanzien van het iycident-Ileylaerts in de vorige vergadering is voorgevallen; doch in het verslag vqorkomende in ,eene der alhier verschijnende couranten, wordt vermeld dat de Voorzitter zou hebben gezegd „dat het njet zijne bedoeling. is geweest den heer Heylaerts te beleedigen"; de heer Pels Rijcken herinnert zich niet die woorden te hebben gehoord, maar zjjn zij door den Voor zitter gesproken, dan geeft hij in overweging ze in de notulen op te nemen, waardoor aan een, door den heer Heylaerts te kennen gegeven verlangen zou zijn yojdaan; terwijl aan de publieke opinie, voor zoo ver zij van mee ning is dat de heer Heylaerts werkelijk is beleedigd, vol doening zou worden gegeven. De Voorzitter weet niet dat de bedoelde woorden door hem zijn gebezigd,.en ofschoon hij uit de couranten gaarne

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 11