l/é 347T;0>CTOBER 1880. aan dé belecncrs worden gegevenuit de registers heelt geknipt, welke slrooken zijn gevonden en zorgvuldig bijeen waren gehouden, zeker om daarvan bij voorkomende gele genheden partij te trekken; ook is hot waar, dat toen het onderzoek naar den staat der bank aan den gang was, de directeur is bezweken; dat er een verlies zal geleden wer den, is ook als zeker aan te nemen, doch hoe groot dat zal zijn, is voor alsnog niet te zeggen, dewijl men, om dit met juistheid te kennen, den staat der bank van 1830 af, het jaar harer oprichting, zou moeten nagaan. De heer Pels Rijcken vraagt of het gebleken is, dat de panden aanwezig zijn, die voor eenc waarde van f 25.000, zouden zijn beleend. De Voorzitter antwoordt dat, voor zoo ver uil hot onder zoek tot heden is gebleken, die panden aanwezig waren. De lieer Pels Rijcken vraagt nog of nu niet in het be lang van het publiekaan het in cene geheime zitting bcslotcne, openbaarheid kan worden gegeven. De Voorzitter acht het beter dit te doen bij het voorstel der commissie, hetwelk hierna in behandeling moet komen. De heer Pels Rijcken neemt hiermede genoegen. De heer Nclissen vraagt of er geen besluit bestaal tot het opnemen der bank om do 5 jaren, zoo als de heer Van Aken schijnt te onderstellen. De Voorzitter zegt, dat hem van zoodanig besluit niets is bekend, maar wel is zulks in den raad ter sprake gebracht, wel bezoekt hij met de commissie maandelijks do bank, en werd daar steeds alles, voor zoo ver do hoeken betrof, in orde bevonden; nog niet lang geleden bijv. werd aan de nette en zorgvuldige boekhouding hulde gebracht. De lieer Van Aken merkt op, dat hij omtrent cene vijf jarige opneming der bank wol een voorstel heeft gedaan,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 111