lé - Jèff Octóbéïi 1886, doch aan hetwelk als niet ondersteund, geen gevdlg is ge geven; hij zegt verder dat hij in den directeur sèdort lartg geen vertrouwen meer bezat, en daarom dan óók bij ver schillende gelegenheden legen de wijze van beheer der bank gewaarschuwd heeft. De heer Pels Rijcken mérkt hierop aah, dat de heer Van Aken hel dóet Voorkomen, als of hij aaii zijne medeleden herhaaldelijk zijilc waarschuwende stem deed hooren, maar dat hij daarvan, gedurende den lijd dat hij de éer heeft lid van den raad te zijn, ooit iels vernam. De heer Van Akéh Zegt dat dit dan is gcsöliicd vóór den heer Pels Rijekeh lid van den raad was. De heer Heylacrls herinnert zich zeer goed, dat dé lieer Van Aken meermalen óp, naar zijne tticcning, Verkeerde toe standen der belééttingsbank gewezen heeft. Na nóg enkólé opmerkingen Van den heer Van Aken, wordt de zaak dér Bank Van Leening niet verder besproken. 9. Proces verbaal der driemaandelijksche küsopneming, door Burgem. en Welti. óp den 29 September jl. bij den gemeente-ontvanger gehouden. Welk stuk Vóór kennisgeving wordt aangehomen. 10. Adres van den heer K. J. van den Bussche, leeraar aan de Koninklijke Militaire Academie, daarbij den wensch uitdrukkende, maatregelen te nemen lot het uitvoeren en verbeteren der daarbij vermelde werken. Na beraadslaging wordt besloten het adres voor ken nisgeving aan le nomen en voor de leden ter visie lo leggen, 11Door den Voorzitter Wórdt overgelegd een ontwerp van besluit tot het beschikken over den post vaii onvoor ziene uitgaven dor bcgrooling van 1886 lot een bedrag van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 112