-O -
decembeu 1886.
en dat liet zijn hcog nut zoude hebben, dat de som voor
presentiegeld uitgetrokken, inderdaad ook werd uitgege
ven voor meerdere vergaderingen dan nu wel jaarlijks plaats
hebben, om rede toch, dat gewoonlijk de agenda voor het
in eene vergadering te behandelen, zoo rijk en overladen
is met verschillende onderwerpen en menigmaal van zeer
groot belang, dat deze niet kunnen worden afgedaan en
naar eene volgende vergadering moeten worden verwezen.
Als treurig voorbeeld van dit laatste mag aangevoerd
worden, dat in eene der laatste vergaderingen van den
raad, het laatste op den agenda stond, het onderwerp
„Waterleiding".
Vrij algemeen is de wensch in deze gemeente, en vooral
ook thans bij gevaar van eene epidemische ziekte, dat de
gemeente van goed water worde voorzien, en wanneer
dan in de nieuwspapieren gelezen wordt dat grootere en
kleinere gemeenten, Breda voorafgaan iu het voorzien
aan de behoefte van goed water, dan is het te betreuren
dat het onderwerp „Waterleiding" op de agenda als laatste
post moet voorkomen, en ten gevolge van vele andere
bezigheden.
De Voorzitter geeft te kennen dat in 1885 15 openba
re en 11 besloten vergaderingen zijn gehouden en dat
menig onderwerp moet uitgesteld worden ligt aan de leden
van den raad die zich dikwijls verwijderen voor dat de
op de agenda voorkomende zaken zijn afgehandeld.
De] heer Van]Aken merkt op dat de besloten Verga
deringen zich onmiddellijk aan de openbare Vergaderingen
aansloten, en dat de eerste niet als afzonderlijke Verga
deringen Aunnen beschouwd worden.
Algemeen wecschte men dat meer Vergaderingen wer
den gehouden tot afdoening van aangehouden zaken die
anders hangende blijven.