den 15 December 1886.
AVONDZITTING
Tegenwoordig de heerenNelissen, Pels Rijcken, Rom-
bouts, Smits, Guué, Van Aken, Van Hal, Marunen, Hac
ker, Klep, Vreede, IIevlaerts, Van Mierlo, Van eer Buiten
en De Man Voorzitter.
Afwezig de heeren Kuppens en Van Dam.
De notulen van den 4 en 9 December jl alsmede die
van heden morgen, worden aangehouden.
De behandeling der begrooting voor 1887, wordt voortgezet.
Hoofdstuk III art 1ta. Rente van voorschot aan de
Rank van Leening f 1I250.
Men wil deze post slechts pro memorie hebben uitgetrok
ken. De toestand van do Bank, uithoolde van do mal
versatiën die aldaar schijnen plaats gehad te hebben, is den
Raad nog niet bekend gemaakt, maar zoo veel schijnt vast
te staan, dat het verre van zeker is, dat de Bank van Lee-
ning in het volgende jaar zal kunnen werken. Thans
sleehls worden panden afgelost, maar niet in beleening ge
nomen. Hoelang zal die toestand duren? Wordt er niet
heleenddan voorzeker kan de uitkoering der rente niet
plaats hebben; van daar dat men in dien onzekeren toestand
de post pro memorie verlangt Ie zien uitgetrokken.
De Voorzitter geeft te kennen, dat de lossingen regelma
tig hebben plaats gehad, lot t December jl. tot een bedrag
van ongovcer 6000, welke gc'.dcn met do kas voorloopig
onder bom zijn verbleven, en dat voor zoo verre is kunnen
nagegaan worden, geone panden zijn vermist die beleend zijn.
Hij acht bot wenschelijk dat de renten op de begroeting