80 Dëcejibëi» 1886. liare aanvrage de gevraagde vergunning le kunnen verleenen om op dien afgestane domeingrond rails le leggen. De Minister verzoekt bericht of het gemeentebestuur zich mot het vorenstaande kan vereenigen. De Voorzitter geeft te kennen dat Burgemeester en Wet houders daartegen geen bezwaar hebben, voorstellende de voors. missive te stellen in handen van de commissie voor de Tramwegen. De heer Pels Rijcken acht die verzending onnoodig, en zou de zaak dadelijk willen afdoen, door aan den Minister te kennen te geven, dat de raad.le dezer zake geene beslis sing kan nemen, omdat de Sociélé Hollando-Bclgc niet be kend is en men ook niet weet ot de lieer Kuylcnbrouwer als concessionaris, de concessie aan haar heeft overgedra gen, waartoe de toeslemming van liet gemeentebestuur vcr- eischt wordt, die niet is aangevraagd. De heer Van Mierlo is het daarmede eens, nog opmer kende, dat hij ook niet weet of de lieer Kuijtenbrouwer aan de voorwaarden waarop hem concessie is verleend, voor zoo veel betreft het aanvaarden dier concessie en hel storten van het waarborgkapitaal heeft voldaan, welke inlichtingen hij gaarne zou vernemen. De Voorzitter kan zich mot de vorige sprekers niet ver eenigen, daar de voors. opmerkingen de tramweg- commissie niet behoeft te verhinderen om de door den Minister voor gestelde schikking in overweging te nemen. Nadat nog andere leden hieromtrent hun gevoelen hadden medegedeeld, brengt do Voorzitter zijn voorstel in stemming om do voors. missive te verzenden aan de commissie voor de tramwegen. Dit voorstel wordt met 9 tegen 5 stemmen verworpen. Voor de heorenVroede, Giiljc, Nelisjcn, Ileylaerls en de Voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 167