30 decemkeii 1880. vernieuwing van de volgende commissiën, die gedurende het jaar 1887 zullen werkzaam zijn, bestaande: a. Voor het beheer d r Gasfabriek uit de heeren Vreede, Guljé, Jhr. Bakker en Smits. b. Van beheer en toezicht der gemeente-reiniging "it de heeren: Guljé, Vreede, Heylaerts en Marijnen. c. Voor de sti af verordeningen uit de heeren: Mrs. Van Mierlo en Pels Rijcken. (1. Van de Bouw-commissie uit de lit erenMr. van Mierlo, Jhr. Backer en Marijnen. Aangezien het waarschijnlijk is, dat al de leden, welke in deze commissiën zitting hebben, weder sullen worden herkozen, wordt op voorstel van den Voorzitter ter voor koming van herhaalde stemmingen, besloten, al de voors. commissiën, zooals ze thans zijn zamengesteld, weder voor een jaar te continueeren. 15. Schriftelijk voorstel van den heer Van Aken, tct wijziging der verordening op het gemeentelijk pensioen fonds, van den volgenden inhoud: „De derde zinsnede van art. 4, luidende: „Eervol ontslag, ook aan dengene, die in de voor gaande zinsnede vermelde vereischten bezit, op eigen ver zoek verleend, geeft geen aanspraak op pensioen, indien de gemeenteraad oordeeltdat de ontslagene voor den dienst nog geschikl is." „Dit artikel behoort te vervallen. „Art. 9 behoort te worden gelezen als volgt: „Het pensioen bedraagt voor de ambtenaren en bedienden in de gevallen bij art. 4 en de eerste zinsnede van art. 6 voorzien, twee-derde der wedde of belooning; het bedraagt in geval van art. 3 de helft der wedde of belooning, in dien de belanghebbende minder dan twintig, en twee derde indien hij twintig of meer dienstjaren telt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 172