12 27 Februari 1880. Nadat dc hoeren Nelissén, Marijtieo en van der Burgh, zich voor hot benoemen eener commissie hadden verklaard, zal de Voorzitter het voorstel in stemming brengen. Vóór hiertoe wordt overgegaan zegt de heer Pels Rijken openhartiger te willen zijn dan de Voorzitter in het incident Heylaerts door te verklaren dat in zijn voorstel noch ten op zichte Van den Voorzitter, noch ten opzichte van Burgemeester en Wethouders, iets onaangenaams of beleedigends is gelegen. Hij herhaalt dus zijn voorstel oin eene commissie van drie leden te benoemen lot voorbereiding van den aanleg van het Valkenberg. De Voorzitter ontzegt den heer Pels Rijcken het recht om hem te verdenken van niet openhartig te zijn geweesten voegt er bij dat wanneer de heer Pels R'jcken zich als censor dezer Vergadering opwerpt, hij zich daaraan weinig zal laten gelegen liggen. Als nu het voorstel in stemming brengende, wordt dit met 12 tegen 3 stemmen aangenomen. Voor de heeren Van der Burgh, Van Hal, Backer, Vreede, Nelissen, Pels Rijcken, Marijnen, Kuppens, Van Mierlo, Van Dam, Rombouts en Smits. Tegen de heeren Van Aken, (kiljé en dc Voorzitter. En worden daarop tot leden dier commissie benoemd de- heeren Pels Rijcken, Van Mierlo en van Hal. 2. Het plan vöor het bouwen eener Meisjesschool Aangezien het nog niet is uitgemaakt waar deze school' zal worden gebouwd, is besloten de behandeling er van aan te houden. 3. De instructie voor den Directeur der Ambachtsschool. Deze instructie wordt, roet eene geringe wijziging in die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 22