-- 2 27 Maart 1880. om alnog aan hun nadrukkelijk verlangen le voldoenzullende anders hunne goedkeuring aan de begrooting worden onthou den De Voorzitter merkt op, dat, ofschoon hij het met deze ziens wijze niet eens is, er echter niets aan zal le doen zijn waarom hij voorstelt aan het verlangen van de Gedeputeerde Staten te voldoendoch hen in overweging te geven, om aange zien de lijd in het dienstjaar reeds ver is verloopcn en bij de Gasfabriek veel is ontvangen en uitgegeven, ter ver mijding van omslag, dit jaar nog genoegen te nemen met de sedert de oprichting der Gasfabriek in 1858 gevolgde regeling, en alzoo de begrooting voor 1885, zoo als zij is ingediend, goed te keuren. Zonder verdere beraadslaging wordt met algemeone stem men besloten in den voorn, zin aan de Gedeputeerde Staten te schrijven. 2. Besluit van de Gedeputeerde Staten van den 3 Maart 1885, G. N°, 8, 2e afd. waarbij de aanslag van II. Somers, in den Hoofdelijken Omslag dezer Gemeente over 1885, naar een vermoedelijk inkomen van 400, wordt vernietigd. 3. Besluit van de Gedeputeerde Staten van den 3 Maart 1886, G. N°. 9, 2e afd. waarbij de aanslag van J. Van Hofwegen in den Hoofdelijken Omslag dezer Gemeente over 1885, wordt verminderd met f 12 en die alzoo terug gebracht van f 60 op f 48. 4. Besluit van de Gedeputeerde Staten van den 25 Februari 1886, G. N°. 72. 2e afd. houdende goedkeuring van het be sluit van den 23 Januari te voren, tol aankoop eener hovenier- derij achter de Boschstraat, kadastraal bekend sectie B. Nus. 201, 2 I 5, 216 en 21 7, voor de som van f 7950, met de onkosten. 5. Besluit van de Gedeputeerde Staten van den 25 Februari 1886, G N°. 73, 2e afd. goedkeurende het besluit van den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 25