6 27 Maabt 1886. de voorwaarden (e doen kennen waarop die concessie wordt verleendte kennen gevende dat hij nog geene beschikking heeft ontvangen omtrent de geprojecteerde brug. De Voorzitter geeft te kennen dat met opzicht lot de over brugging der rivier de Mark de meeste spoed is gemaakt en aan den Ingenieur van 's Rijks-Waterstaat is geschreven doch tot heden niets is vernomen, en hij geene kans ziet den adressant in zijne pogingen spoediger te steunen. De heer Van Mieulo geeft daaromtrent inlichtingen in ver band met het door de bouw- en tramcommissie in Januari jl. uitgebracht rapportmet voorstel de zaak te verzenden aan de commissie voor tramwegen, ten einde de concessie voor waarden te ontwerpen, in afwachting dat omtrent de overbrug ging zal zijn beschikten Burgemeester en Wethouders uit te noodigen aan den Minister van Waterstaat, Handel en Nijver heid inlichting te vragen of er bezwaar bestaat dat de over brugging van de rivier de Mark zal geschieden op den voet en de wijze als aan den Ingenieur van den Waterstaat alhier is opgegeven. De heer Pels Rijcken geeft in overweging aan den Minister te vragen of bij het verieenen der concessie zekerheid kan worden gegeven dat de ophaalbrug zal worden weggeruimd. De Voorzitter stelt daarop voor aan meergen. Minister, onder toezending van een afschrift van het adres van den heer Kuytenbrouwer, te verzoeken om de zaak der overbrugging te bespoedigen, en te berichten dat casu quo de bestaande brug van Staatswege zal worden weggeruimd. Welk voorstel met algemeene stemmen aangenomen zijnde, tevens wordt besloten de stukken, ton einde alsvoor, aan de Commissie voor de tramwegen te verzenden. B. Door den heer Van Mieulo, wordt namens de bouw commissie verslag uitgebracht omtrent de bestekken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 29