2
22 Mei 1880.
Aangezien die van weinig beduidcnis zijn stelt de Voor
zitter voor die nota te verzenden aan Burgemeester en Wet
houders ter beantwoording.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
2. Missive van den Minister van Oorlog van den 27
April 1880 VI afd intendance n°. 53, betrekkelijk het dichi-
melselen van raincn in de kazerne der Marechaussee, waartegen
zijnerzijds geen bezwaren bestaanindien op aan te wijzen
plaats, onder goedkeuring van den kapitein eerstaanwezend
ingenieur buiten kosten van het rijkeen ander lichtraam
wordt geplaatst.
De Voorzitter stelt voor deze missive te verzenden
aan Burgemeester en Wethouders.
Do heer Van Mierlo geeft in overweging die in handen
handen te stellen van de bouwcommissiedewijl zij om
trent deze zaak nog een rapport heeft uil te brengen en
wel op het adres van II. A. W. IIeijmans.
Waartoe wordt besloten.
3. Twee missives van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant van den 20 en 30 April 1880 G, n°. 72 en 107,
2e afd. met bezwaarschriften legen den aanslag in den hoof
dei ijken omslag van Ca. Vermeulen en J. de Jong.
Wordt op voorstel van den Voorzitter besloten,
die te behandelen in eene vergadering met gesloten
deuren.
4. Besluit van Gedeputeerde Stalen van Noord-Brabant
van den 7 April 1880, G, n°. 53, 2e afd. goedkeurende
het raadsbesluit van den 27 Maart te voren, betrekkelijk
eene ruiling van gronden met W. Havinga.
5. Besluit alsvoor van den 14 April 1880, G, n". 22,
2e afd. waarbij wordt goedgekeurd het 3e aanvullingskohier
van den hoofdelijken omslag over den dienst van 1885.