den 5 Juni 188ö.
Tegenwoordig de hoeren Kuppens, Vreede, Marijnen, Van
Hal, Van der Burgh, Van Aken, Guljé, Pels Rucken, Smits,
Rombouts, Nelissen, Van Mierlo en De Man, Voorzitter.
Afwezig de lieerenHeylaerts, Van Dam en Backer,
laatstgenoemde volgens schriftelijke kennisgeving.
De notulen van den 22 Mei jl. worden aangehouden.
De Voorzitter zegt deze vergadering te hebben belegd
alleen met het doel, om een bureau van stemopneming
te benoemen voor de aanstaande verkiezing van twee leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De heer Van Aken meent dat er, ter zijner vervanging
ook nog een lid van het stembureau voor de verkiezing
van een lid van der. gemeenteraad behoort gekozen te
worden, omdat hij van een der twee stembureaux, welke
te gelijk werkzaam zullen zijn, als voorzitter zd moeten
optreden.
De Voorzitter deelt deze meening niet, maar als de
heer Van Aken een ander lid in zijne plaats wil gekozen
hebben, dan heeft hij daartegen geen bezwaar.
Nadat de heer Nelissen en andere leden zich met de
meening van den heer Van Aken niet hebben kunnen
vereenigen, stelt de Voorzitter voor om over te gaan tot
de benoeming van het stembureau voor de 2e Kamer,
waarna dan nog altijd de verkiezing van een lid voor
liet stembureau voor de herstemming van een lid van den
gemeenteraad kan worden besproken.
Dit voorstel wordt aangenomen.
Vóór tot de stemming wordt overgegaan, merkt de
Voorzitter op dat de lieeren Vreede en Van Hal buiten