26 Jum 1886.
12. Adres van A. J. Mol, aannemer van het bouwen van
eene apothekerswoning met apotheek, te kennen gevende dat
genoemd gebouw door vele regens van den taatsten lijd door
trokken is met nat, en vreest in den onderhouds termijn
daarvan de nadeeligc gevolgen le zullen ondervinden door
het scheuren van plafonds en bepleisteringen en door het
zwellen en later krimpen van vloeren, deuren, enz., en
eindelijk dat hel voor altijd nadeelig zal werken op het ge
bouw zelve en voor de bewoning zoo niet altijd dan locli
langen tijd vochtig en ongezond zal zijnom alle welke
redenen de adressant verzoekt den tijd van oplevering met
minstens ééne maand le verlengen.
Naar aanleiding van het daarop ingewonnen bericht van
den gemeente-architectwordt het verzoek van den adres
sant, nadat de heer Marijnen had in overweging gegeven
om de oplevering le bepalen op 1 October aanst.met al-
gemeene stemmen ingewilligd, en de tijd van oplevering
van het voors. gebouw met eene maand en alzoo tot den
1 September verlengd.
13. Adres van J. C. van Maaken, te Prinsenhage, daarbij
om aangevoerde redenen verzoekende dat hem worde terug
betaald eene som van f 1030, wegens ingehouden boeten op
de aannemingssom van f 1875, voor le late oplevering van
het door hem op den 17 September 1885 aangenomen werk.
De Voorzitter geeft te kennen, dat volgens de verklaring
van den gemeente-architect, de adressant door overmacht
werkelijk is verhinderd geworden het werk tijdig op le le
veren, waarom hij voorstelt aan den adressant do ingehou
den boelen kwijt te schelden en hem die alsnog ten bedrage
van f 1030 terug te betalen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hel voorstel aangenomen.