6 Op de vraag van den heer Rombouts of hierbij niet in overweging behoort genomen te worden, dat het onderwijs van den heer Rijkens voor het Gymnasium zou kunnen ge vorderd worden, antwoordt de Voorzitter dat hij dit niet inziet, omdat het verzoek slechts van tijdelijken aard is, en het Gymnasium niet zoo spoedig zal geopend worden. Met algemeene stemmen wordt daarop besloten het ver zoek in te willigen gedurende het loopende jaar. 16. Door den Voorzitter wordt overgelegd het door Bur gemeester en Wethouders opgemaakt 2e aanvullings-kohier van den hoofdelijken omslag dezer gemeente over 1885. De Voorzitter geeft te kennen dat dit kohier geen bezwaar kan opleveren, dewijl het voornamelijk betreft officieren, die hier in garnizoen zijn gekomen, terwijl enkele bedenkin gen in eene besloten vergadering kunnen worden behandeld. Met kohier wordt daarop met algemeene slemmen vastgesteld. B. De Voorzitter vraagt of er heeren zijn die verslagen hebben uittebrengen? De heer Heylaerts zegt, wel geen verslag hebbende uit te brengen, toch wenseht mededeeling te doen van zijn onder zoek in de zaak van den agent van politie J. Kom, betref fende het in beslag nemen van eene zieke koewelk feit door hem in de ochtend-zitting van 21 November 1885 ter sprake" is gebracht. Door dit onderzoek heeft hij de over tuiging gekregen dat genoemde agent, zoo volgens de ge tuigenis van den keurmeester van het vleesch, als van den Commissaris van politie, zich daarbij uitstekend heeft ge dragen, en werkelijk meer heeft gedaan dan zijn plicht hein voorschreef. De Voorzitter zegt dot dit iets is, dat geheel buiten de orde is, dewijl hij alleen gevraagd heeft of er leden zijn die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 7