14
26 Juni 1886.
Tegen de heeren Rombouts, Smits, Van'Hal en Nelissen.
De leden der commissie van beheer der gemeente-rei
niging zijnde de Voorzitter, de heeren Vreede, Guljé,
Marijnen en Ileylaerts, zijn buiten stemming gebleven.
2. Het ontwerp-reglement voor de Ambacbtsscbool.
De heer Smits wil bij art. 12, waarin de ambachten
worden genoemd welke zullen worden geleerd, bijgevoegd
hebben „of nader te bepalen ambachten."
De Voorzitter kan zich hiermede niet vereenigen, om
dat door die bijvoeging eene bevoegdheid aan de com
missie wordt toegekend, welke aan den raad behoort; en
door dezen later op voorstel der commissie kan bepaald
worden.
De heer Pels Rijcken acht die bijvoeging wenschelijk
en zou daarbij nog willen voegen „door den raad" ter
voorkoming dat de verordening later niet behoeft te wor
den veranderd.
De Voorzitter vereenigt zich hiermede ook niet, waar
om hij voorstelt art. 12 onveranderd in stemming te
brengen.
Nadat dit voorstel door eenige leden was bestreden,
omdat zulks naar hunne meening eigenlijk geen voorstel
is, wordt na verdere beraadslaging, de bijvoeging door
den heer Smits met aanvulling van die door den heer
Pels Rijcken, en alzoo luidende „of nader door den raad
te bepalen ambachten" met algemeene stemmen, op één
na (die van den Voorzitter) aangenomen, en daar op het
geheele reglement, mede met algemeene stemmen, behal
ve die van den Voorzitter eveneens aangenomen.
De heer Kuppens hield zich bij beide stemmingen bui
ten stemming.