den 28 Augustus 1886. Tegenwoordig de hecren Backer Marunen Van der Burgh, Vrëede, Van Hal, Van Aken, Heijlaerts, Koppens, Van Mierlo, Van Dam, Rombouts, Pels Rijcken, Güljé en de Voorzitter. Afwezig de heeren Smits en Nelissen. De Notullen van den 16 Augustus jl. worden onder wij ziging goedgekeurd. A. De Voorzitter deelt de volgende ingekomen stukken mede 1Namens Burgemeester en Wethouders, wordt door den Voorzitter de rekening en verantwoording van de ont vangsten en uitgaven dezer gemeente over het dienstjaar 1885, sluitende met een goed slot van f 64231,35» aangeboden; zijnde onder dit goed slot begrepen liet voordeelig slot der rekening van het legaat van wijlen Dr. van Cooth over het zelfde jaar ten bedrage van f 12128,71. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten eene commissie van drie leden te benoemenaan welke de stukken tol onderzoek en verslag zullen worden gezon den; en worden daarop tot leden dier commissie bij besloten briefjes met volstrekte meerderheid van slem- men benoemd de heeren Smits, Rombouts cn Van der Burgii. Burgemeester en Wethouders nemen aan de slem- ming geen deelzullende de rekening overeenkomstig de bepalingen der gemeentewet, gedurende l i dagen op de secretarie ter inzage worden nedergelegd. 2. Missive van den Commissaris des Konings van den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1886 | | pagina 99