7
den 20 Augustus 1887.
van Binnenlandsche Zaken, van den 14 Juni 1887, houdende
bezwaren om het raadsbesluit van den 25 April te voren, tot
verhooging van den rentestandaard in de Bank van Leening,
aan den Koning op te zenden.
De commissie, met nadere uiteenzetting van de gron
den, die eene ren te verhooging noodzakelijk maakt, geeft in
overweging het raadsbesluit opnieuw ter goedkeuring aan
den Koning te doen opzenden.
Waartoe wordt besloten.
B. Verslagen
1. De voorzitter doet namens burgemeester en wethouders
verslag van:
a. de aanbesteding van het vernieuwen van het onder
en bovendek der ophaalbrug over de rivier de Mark; aange
nomen door A. F. Yan Dongen te Prinsenhage voor f 537;
1. van het verkoopen voor afbraak van den stal en liet
koetshuis aan de Pasbaan, wijk A, nö. 670, aan W, Van
Oers, voor f 54.
2. De heer Yan Dam, namens de commissie in wier han
den tot onderzoek zijn gesteld de geloofsbrieven der onlangs
gekozen leden van den gemeenteraad, brengt daaromtrent een
uitgebreid schriftelijk verslag uit.
De commissie, het niet kunnende eens worden, strekt de
conclusie tot toelating der beeren Jhr. F. Backer, C. J.
MarijnenJ. A. J. W. Van Kal, F'. P, J. Klep, B. C. Yan
Dongen en J. F. de Booij, met algemeene stemmen, en van
den heer Dr. J. P. Hofman met meerderheid van stemmen.
De minderheid was van oordeel, dat de koepokinenting,
de doodschouw en liet geneeskundig onderzoek der publieke
vrouwen, waarmede Dr. Hofman vanwege de gemeente is
belast^ voor hem een hinderpaal' zoude zijn om in den raad
zitting te nemen. De gronden daartoe worden breedvoerig
uiteengezet.