DfcN 6 SEPTEMBER 1887.
worden fan 1,30 M. breedte bij eenc hoogte van 2.00 M.,
gemeten in de as van het welf. De top van bet welf mag
mag niet booge* dan 0.50 M. ouder den boyenkant van de
bestaande trottoirbanden reiken. De reehtstandsmuren moe
ten eene dikte hebben van minstens 1)Ai M., verzwaard met
contreforten. Het welf moet eene dikte hebben van min*
stens 0.44 M.
2°. Bij bet leggen of verleggen van gas- of waterlei-
dingpijpen moet de eoneessionarisse of hare rechtverkrijgenden
gedogen, dat in het welf of reehtst&ndsmnren de yereischte
sleuven tot het doorlaten der pijpen morden gemaakt, zon*
der daaromtrent eenig recht op schadeloosstelling to kunnen
doen gelden*
3°. Tijdens het maken van den tunnel mag de passage
over de straat voor rij- e» voertuigen piet langer dan drie
weken worden gestremd, en moet de passage voor voetgan-
gangers behouden blijven.
De vereifichte heiningen moeien tijdens den duur van het
werk door of vanwege de eoncessionarisse worden gesteld
en een en ander des avonds en 's nachts deugdelijk worden
verlicht-
4°, De concessipyarisse is verplicht twee bestaande riool-
kolken met leidingen, volgens aanwijzing van den gemeente*
architect, te vereggen<m de opgebroken bestratingen en
andere werken weder in volkomen orde te herstellen.
V- De werken moeten worden gemaakt van deugdelijk
materiaal, onder goedkeuring van den gemeente-architect-
6°, De tunnel moet door de concessipnarisse in goeden
staat worden onderhonden en moet daaraan op de eerste
aanzegging of aanschrijving, door of vanwege burgemeester
en wethouders, de verdachte herstelling plaats hebben.
7°. Indien de vergunning wordt opgezegd of van den
tunnel geen gebruik meer wordt gemaakt is de conaes-