4 den 17 September 1887. want zij gaan uit van de overweging, dat Dr. Holman twee betrekkingen bekleedt, vallende onder de verbodsbepalingen van art. 23 der Gemeentewet, die niet gerangschikt kun nen worden onder de uiloefening der armenpraktijkhet is (och de vraag niet of meergenoemde werkzaamheden onder de armenpraktijk kunnen gerangschikt worden, doch of Dr. Hofman als armen-geneesheer belast is met de bedoelde funetiën. En daar nu krachtens raadsbesluit van 14 Januari 1882 Dr. Hofman belast is met de armenpraktijk in haren geheelen omvang en als armen-geneesheer de doodschouw verricht, vaccineert en de publieke vrouwen onderzoekt, zoo geeft spreker in overweging van het besluit van Gede puteerde Stalen in beroep te komen. De heer Yan Micrlo acht zich als lid van de minderheid der commissie, welke bezwaren tegen het toelaten van Dr. Hofman in het midden brachtverplicht met een enkel woord op te komen tegen heigeen de heer Yan Dam om trent de beslissing van Gedeputeerde Staten inbrengt. Hij voor zich gelooft dat de beschikking van Gedeputeerde Staten geheel is overeenkomstig de wet, want de bepaling van hetgeen niet tot armenpraktijk behoort is geen bepaling van den raad, maar is eene wettelijke bepaling. Dat al slaat in de gemeente-verordening, dat de doodschouw, de vac cinatie en het onderzoek der publieke vrouwen niet tot de armenpraktijk behoort, is dat alles van geen kracht wan neer de wet bepaalt dat dit wel het geval is, en het maken van dergelijke bepaling gaat de bevoegdheid van den raad te buiten. Spreker heeft gemeend deze opmerking te moeten maken, omdat hij de aangevoerde bezwaren van den heer Yan Dam mot onbeantwoord wil laten. Wordt er in over weging gegeven om van het besluit van Gedeputeerde Stalen in hooger beroep te komen, dan zal hij daartegen moeten stemmen. De lieer De Booy verleent gaarne zijn steun aan hetgeen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 117