den 15 ÜCTOBEit 1887.
teil spreker alles kan toegeven behalve ééne zaak, n.1. de
eigendomsrechten; deze liggen buiten besprek. Het is alleen de
vraag wie het beheer heeft over den weg aldaar. Het staat
vast dat de heer Klep de sloot niet kan dempen en be
bouwen, tenzij het waterschap daarin gekend worde.
De lieer Van Dam zegt te geloovendat het reglement
op de wegen en voetpaden hier geheel buiten beschouwing
kan worden gelaten, en er alleen sprake kan zijn van raad
pleging van het reglement op de waterleidingen. Wanneer
de sloot dient tot waterafvoer, zal nimmer van het water
schapsbestuur de afstand worden verkregen; doch daar dit
nu niet het geval is, en de sloot slechts eene doode sloot
is, dienende alleen tot waterafvoer van het perceel wat in
eigendom is overgegaan aan den heer Klep, zal nimmer den
eigenaar het dempen daarvan verboden worden, en zal adres
sant de geheele zaak met het waterschapsbestuur uit te maken
hebben. Ze is dus buiten beschouwing van dezen rand.
De heer Van Mierlo zegt hierop, dat het zijn kan, dat
het waterschapsbestuur in dit geval geen bezwaar in den af
stand van de sloot heeft, echter wel wanneer die in het
midden van den polder lag.
De heer Pels Rijcken blijft bij zijn gevoelen, dat het toe
staan van het verzoek in het belang van deze gemeente is>
nis te zijn bevorderlijk aan de oprichting eener fabriek.
Als de gemeente eenvoudig afstand wil doen van de ver
meende rechten, dan kan de adressant zich vervolgens tot
liet waterschapsbestuur wenden, indien bij vermeent daar
mede te maken te hebben; waarom hij zijn voorstel herhaalt,
om het adres te stellen in handen van burgemeester en
wethouders/ opdat die den prijs kunnen bepalen tegen welken
de afstand zal geschieden.
De voorzitter vraagt of de raad zich met dit voorstel kan
vereenigeu.