12
WA' 15 October 1887.
wel uit liet oogpunt van goed werk als van de finaneieele
uitkomsten, is de gemeente-bouwkundige bij zijn gevoelen
blijven volharden, d.*t de tegenwoordige inrichting, volgens
de door hem aangegeven redenen, de voorkeur verdient."
De minderheid der commissie was geen voorstander van
publieke aanbesteding, als wordende in den regel daardoor
geen zeer goed werk verkregen, en vermeende dat de voor
dcelen aan publieke aanbesteding van onderhoudswerken ver
bonden, voor een deel verloren gingen docr de vele onvoor
ziene werken, die 111 den loop van een jaar opkwamen, die
niei anders dan op tariefprijzen konden worden uitgevoerd
en aanleiding geven tot verrekeningen zoodat zij ook van
oordeel was, dat het financieel belang der gemeente daardoor
niet zoude worden bevorderd.
De meerderheid was van gevoelen, dat het voorstel zou
leiden tot meerdere orde en toezicht in de uitvoering der
werken, hetgeen op den duur niet anders dan tot gunstige
finaneieele uitkomsten koude leiden.
Ten volle wordt erkend de werkzaamheid en de verdien
sten van den gemeente-bouwkundige, doch is de commissie
van oordeel, dat hij staat voor eene taak, die, op de wijze
zooals zij nu geschiedt, onmogelijk, door wie ook, goed te
verrichten is.
Anders is het bij aanbesteding, daarbij wordt de aanne
mer verantwoordelijk gesteld, dewijl het werk, wanneer het niet
goed wordt verricht, cp zijne kosten opnieuw gemaakt moet
worden, en dus zijn belang medebrengt op de uitvoering
van het werk goed toe te zien.
Na verder nog breedvoerig over de voordeelen en voor
beelden in andere gemeentenalwaar ook de werken van
onderhoud, enz., publiek worden aanbesteed, te hebben uit
geweid, stelt de meerderheid der commissie voor, bestek I,
11, III en IV, zooals daarbij omschreven, te doen aanbeste-