- 17 DEN 15 OCTOBEK 1887. de 3c alinea van dit arlikel moet geheel vervallen. 2e amendement. Het te verlcenen pensioen wordt voor alle ambtenaren berekend tegen 1,50 der jaarwedde, verme nigvuldigd met het aantal dienstjaren, doch mag 4 5 der wedde niet overschrijden. 3e amendement. Schrapping van art. I 0, als zijnde eene on- bdlgke verkorting van hel goed recht van den gepensionneerde. Na deze amendementen breedvoerig te hebben toegelicht doet spreker nog eenige opgaven van uilkeoringon door le vensverzekeringen voor gedane stortingen, gelijk het pen- sioenfonds vordert. De heer Van Aken kan zich wel vcrcenigen met hel- geen de heer Van Mierlo omtrent de Ie alinea voorstelt maar nief met de 3e alinea, als drmschcndc tegen de «rond- legmselen in een vrij land, en refereert zich overigens aan hetgeen door hem in zijn schriftelijk voorstel is medegedeeld. De heer De Boov heeft kennis genomen van de voorstel len der commissie en de zienswijze van den heer Van Mierlo dat het pensioenfonds geen eigendom van de ambtenaren is, mot welke laatste meening hij zich niet vcrcenigt, en beweert dat het wel hun eigendom is, tevens wijzende op de aangroeiing van het kapitaal door geregelde bijdragen sedert 1880. Bespreekt nog het voordeel dat levensverze keringen aanbieden, en ten zeerste tegen de handhaviim van het thans bestaande art. 4 is, waarom hij het voorstel van den heer Van Aken ondersteunt, en, mocht dit niet slagen dan het amendement van den heer Nelisscn. De heer Pels Hijeken wil, gelijk tot nu is gedaan zich bezighouden met art. 4 van de verordening en zich daarbij bepalen. Spreker ziet geen bezwaar in het behoud van de eerste alinea van het artikel, acht een termijn van 30 jaren fhenst voldoende om aanspraak op pensioen te verkrijgen meent dat i0 ja'"en te veel is, indien men in aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 138