'10
den 3 December 1887.
'17°. Door den voorzitter wordt den raad aangeboden de
ontworpen legger op de wegen en voetpaden en een daarop
ingekomen bezwaarschrift van het waterschap »Abroek".
De voorzitter stelt voor beide ter visie te leggen
waartoe wordt besloten.
18°. Adres van eenige handelaren en industrieelen dezer
gemeente dd. Oetober 1887. waarbij wordt gewezen op
het groot ongerief en tijdverlies, dat handelaren en anderen
steeds ondervinden bij den overweg van den Staatsspoorweg
tusschen de Mauritsstraat en den straatweg naar Terheijden,
door het menigvuldig sluiten en lang gesloten houden van
de afsluitboomen, niet alleen door het passeeren van een
groot aantal treinen, maar ook door het rangeeren van
geheele goederentreinen of gedeelten daarvan en verschil
lende rangeer-manoeuvreshetwelk groote belemmering in
het verkeer veroorzaakt en hun een groot tijdverlies en
daaraan verbonden kosten veroorzaakt. Adressanten meenen,
dat door het aanbrengen van eene loopbrug over den spoor
weg hieraan met betrekkelijk geringe kosten kan worden
tegemoetgekomen, waarom zij verzoeken dat door dezen
raad bij het bestuur der Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen stappen worden gedaan, ten einde de zoo
noodzakelijke en zeer wel mogelijke verbeteringen te ver
krijgen waardoor een einde wordt gemaakt aan dezen onhoud-
baren toestand.
Den voorzitter komt het voor, dat dit adres eigenlijk
tehuis behoort bij de Exploitatie-Maatschappij. Hij heeft
dikwijls nagedacht hoe de onveiligheid van bedoelden over
weg zou uit den weg te ruimen zijn, doch dit vraagstuk
is door hem, voorzitter, nooit kunnen opgelost worden.
De heer De Booy meent, dat reeds in 1876 en later
door de Kamer van Koophandel stappen zijn gedaan tot
wegneming van het gevaar aan bedoelden overweg. Hij
meent dat het op den weg van den raad ligt om daartoe
mede te werken.
De voorzitter, het hiermede niet eens zijnde, zegt, dat