4 den 10 December 1887. Met tien tegen vier stemmen wordt besloten dezen post hier te schrappen. Tegen stemden de heeren: Guljé, Pels Rijcken, Van Aken en de voorzitter. Vóór de heeren: Van Hal, De Booy, Marijnen, Van Dongen, Smits, Rombouts, Nelissen, Van Mierlo, Heijlaerts en Backer. »In eene afdeeling kwam ook een lid op tegen het ver plaatsen van het register van den burgerlijken stand bij huwelijksaangiften." De heer Van Aken spreekt, als ambtenaar van den bur gerlijken standzijne verwondering uit, dat deze aanmerking door één lid in ééne afdeeling gemaakt, in het algemeen rapport is opgenomen, en zegt verder, dat hij in die hoe danigheid alleen met den officier van justitie te maken heeft en overigens jegens niemand eenige verantwoording verschuldigd is. Spreker wil er nog bij voegen, dat alleen uit complaisance tegenover deftige families hij verlof geeft om het register te verplaatsen. De heer Van Mierlo merkt den vorigen spreker op, dat hijals algemeen rapporteur, alleen datgene heeft opgenomen, wat hem door de drie afdeelings-rapporteurs werd opge geven. Artikel 6. »Nog steeds wordt het kantoor van den ge- »meente-ontvanger geacht niet de noodige ruimte te »bevatten." De voorzitter antwoordt hieropdat het hem groot ge noeg voorkomt. Artikel 7 a. »Zie de aanmerking hiervoor artikei 5 i." Wordt met acht tegen zes stemmen besloten een tijde lij ken klerk toe te voegen aan den deurwaarder der plaatselijke middelen, waartoe eene som van 400 zal worden uitgetrokken. Vóór stemden de heeren: Van Hal, Guljé, Pels Rijcken, Nelissen, Van Mierlo, Heijlaerts, Van Aken en Backer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 156